Gerhard Hormann over financieel fit
Onlangs werd ik telefonisch benaderd door iemand van mijn bank. Die wilde een afspraak maken voor een persoonlijk gesprek.
Ik weet niet wat daar precies de richtlijnen voor zijn, maar ik vermoed dat ze pas uit zichzelf contact opnemen met een klant wanneer deze een bepaald bedrag op zijn spaarrekening heeft staan en daar verder niets concreets mee doet.
Het gesprek, waar maar liefst anderhalf uur voor was ingeruimd, zou gaan over de vraag of ons huishouden financieel fit is. Zelf had ik vooral het idee dat geprobeerd zou worden om mij financiële producten aan te smeren waar de bank zelf aan verdient, zogenaamd om mijn vermogen te „optimaliseren.” In deze wereld gaat niemand belangeloos met je praten om te zien of je je zaakjes wel goed hebt geregeld.
Het werd uiteindelijk een wat merkwaardig gesprek, waarin ik zelf bijna de hele tijd aan het woord was. De mevrouw van de bank mompelde in het begin nog wel iets over „een stukje bewustwording”, maar kon verder alleen maar toeluisteren, terwijl ik gedetailleerd alle ins en outs van ons huishoudboekje uit de doeken deed. Niet alleen vertelde ik haar dat ik over ruim drie jaar helemaal hypotheekvrij ben, ik kon ook precies vertellen op hoeveel pensioen ik over twaalf jaar –op papier althans– recht heb.
Het was alsof ik zonder lichamelijke of geestelijke klachten in de spreekkamer van de huisarts terecht was gekomen, terwijl ik thuis voor alle zekerheid nog snel even mijn bloeddruk had opgemeten en op de weegschaal was gaan staan. Geen mens gaat zomaar bij de dokter langs, zeker niet wanneer je een kast vol boeken hebt staan waarin te lezen valt dat je matig moet eten, voldoende moet bewegen, beter niet kunt roken en behoedzaam moet omspringen met alcohol.
Lichamelijke gezondheid is natuurlijk iets heel anders dan financiële gezondheid, maar de vergelijking is niet ongepast of misplaatst. Zo mag je jezelf wat mij betreft financieel fit noemen wanneer je geen consumptieve schulden hebt, een gezonde buffer hebt opgebouwd, inzicht hebt in het te behalen pensioen en stelselmatig minder geld uitgeeft dan er binnenkomt. Dagelijks je saldo checken, zou in dat verband net zo vanzelfsprekend moeten zijn als elke ochtend je tandenpoetsen en regelmatig je gewicht controleren.
Ook is het verstandig om concrete doelen te stellen, zorgvuldig na te denken over de toekomst en eventuele wensen en dromen te toetsen aan het beschikbare budget. Bij goede financiële planning gaat het om het inschatten van de gevolgen op de lange termijn, want net zoals bij je gezondheid, krijgt je vaak pas na decennia de rekening gepresenteerd van verkeerd gedrag. Alles draait om de balans tussen nu en later, tussen een sluitende maandelijkse begroting en een voorschot op een soms nog verre toekomst.
Doordat ik over financiële zaken schrijf, denk ik over dat onderwerp bovengemiddeld vaak na en kan ik bij wijze van spreken hele passages uit mijn hypotheekakte uit mijn hoofd opdreunen. Dat is natuurlijk geen maatstaf en zou ik zeker niet tot norm willen verheffen, maar tegelijk schrik ik ervan als sommige mensen niet eens bij benadering weten hoe hoog hun brutosalaris is of hoeveel ze maandelijks kwijt zijn aan hun energierekening. Of je financieel fit en lichamelijk gezond bent, heb je als mens niet zelf in de hand, maar het is in beide gevallen wel verstandig om de vinger aan de pols te houden.
De auteur is schrijver en publicist. Reageren? hormann@refdag.nl