Bankaandelen verkeren in onrustig vaarwater
De aandelen van banken verkeren de laatste dagen in onrustig vaarwater. Onverwacht mooie halfjaarcijfers van ING zorgden woensdag voor enige opluchting. Maar de resultaten van de stresstest lijken de twijfels over de kwetsbaarheid niet te hebben weggenomen.
Flinke turbulentie en over langere termijn bezien een koersontwikkeling waar beleggers niet vrolijk van worden. Dat is ongeveer de situatie. Nogmaals ING: maandag een verlies van 1,4 procent, dinsdag 4,6 procent eraf en woensdag 8,2 procent erbij. Precies een jaar terug noteerde het concern op het Damrak 15,73 euro, woensdag was dat 10,18. Dat betekent een min van 35 procent. ABN AMRO keerde vorig jaar november terug op de beurs. Toen liet het 18,35 euro afdrukken, woensdag 16,24, een daling van bijna 12 procent.
Weerbaarheid
De uitslag van het onderzoek van de Europese Bankautoriteit (EBA) naar de weerbaarheid bij tegenslagen, stut het vertrouwen in de banken niet. In eerste reactie op de publicatie van vrijdagavond gingen de koersen van de betrokken bedrijven overal naar beneden, in sommige gevallen zelfs fors. De Europese bankenindex trok woensdag weer iets aan, maar staat sinds eind vorige week per saldo nog altijd zo’n 5 procent lager. En dat ondanks het feit dat er geen ongunstig beeld uit de test naar voren kwam: bijna alle onderzochte kredietverstrekkers kunnen de gefingeerde crisis redelijk doorstaan.
Alleen het Italiaanse Banca Monte dei Paschi di Siena viel uit de toon. Steekt er een stevige wind op, dan dreigt voor deze speler onherroepelijk het faillissement. Maar dat wisten we eigenlijk al. Niet voor niets kelderde het aandeel de afgelopen twaalf maanden met meer dan 80 procent.
De afgelopen weken was er dan ook druk gesleuteld aan een noodplan, en niet toevallig vrijdagavond meldden de bestuurders een akkoord daarover. Een privaat investeringsfonds, waaraan banken en andere financiële partijen zoals pensioenfondsen kapitaal beschikbaar stellen, schiet te hulp. Op die manier is er geen belastinggeld nodig om de oudste bank ter wereld, opgericht in 1472, overeind te houden; en daarmee worden de nieuwe Europese regels voor dit soort reddingsoperaties gerespecteerd.
Vrees leefde er ten aanzien van Deutsche Bank. Het IMF merkte de nummer één van Duitsland eerder aan als een risicofactor voor het financiële systeem. De beurswaarde zakte sinds vorige zomer met dik 60 procent. Maar de bevindingen van de EBA pakten beter uit dan gedacht.
Er is bij deze ‘vitaliteitscheck’ gekeken in hoeverre de aanwezige vermogensbuffers voldoende zijn om als er verliezen optreden, te overleven. De bedrijfstak staat er in dit opzicht in zijn algemeenheid niet slecht voor. De stresstest bracht geen zwakke plekken aan het licht die de alarmbellen meteen doen rinkelen.
Kritische noten
Toch overheerst scepsis. Er worden kritische noten geplaatst bij de ‘scan’, en dat belast de stemming op de beurzen. Voorzitter Andrea Enria van de EBA heeft ook zelf benadrukt dat de positieve cijfers „geen certificaat van goede gezondheid” inhouden. Ze verschaffen geen zekerheid. Om het met een variant op de bekende slogan uit de wereld van de beleggingen te zeggen: resultaten van de stresstest bieden geen garantie voor de toekomst.
Een van de kanttekeningen luidt dat het sombere scenario in de test berust op –en dat is onvermijdelijk– willekeurige aannames. Zo voorziet het in een slechts milde economische krimp van 1,2 procent in het eerste en 1,3 procent in het tweede jaar. De recessie na het uitbreken van de crisis in 2008 was van een veel zwaardere orde. Berekeningen met een dieper dal hadden uiteraard een slechtere uitkomst opgeleverd.
Er kan van alles misgaan wat niet in het onderzoek zit. Het hangt er maar van af welke vooronderstellingen je hanteert. Bovendien valt voor een bank de ene ramp heel anders uit dan de andere, afhankelijk van onder meer de activiteiten en de landen waarin hij opereert.
Bovendien heeft de EBA, een EU-agentschap dat goede regelgeving in de sector moet bevorderen, slechts 51 spelers onder de loep genomen; alleen de grootste, die samen ongeveer 70 procent van de totale balanswaarde vertegenwoordigen. Daardoor is er geen enkele bank uit Griekenland en Portugal doorgelicht. Die zijn weliswaar bescheiden van omvang, maar de eventuele ondergang van een van hen zou het stelsel niet onberoerd laten. Een en ander beperkt het belang dat we aan de stresstest mogen hechten.
Eén ding staat vast: de banken moeten doorgaan met het versterken van hun kapitaalposities. Daar zullen ze nog tal van jaren mee bezig zijn. Nu maar hopen dat zich in die periode geen ernstige ontsporingen aandienen.