„En de Heere der heirscharen zal op deze berg alle volken een vette maaltijd maken, een maaltijd van reine wijn, van vet vol mergs, van reine wijnen die gezuiverd zijn.”

In de instellingen van het Woord en de sacramenten worden alle zegeningen meegedeeld. Op de berg Sion staat het Lam Gods (Openbaring 14:1), Dat heden alhier een maaltijd voor u heeft toebereid. Heeft u daarom geen reden om uit te roepen: „Hoe vreselijk is deze plaats! Dit is een huis Gods, dit is de poort van de hemel” (Genesis 22:17)? „Geloofd zij de Heere, Die mij alhier heeft gebracht.”

Maar als iemand van u zou vragen: „Zal deze maaltijd er wel zijn?” dan zegt de tekst dat die maaltijd op deze berg zal worden aangericht. Vrees daarom niet: hier zal een maaltijd zijn. Overweeg eens de kracht van het kleine woordje ”zal”, zoals dat in de tekst staat vermeld. Dit woordje geeft aan dat het niet maar een ”misschien” is, maar wel iets wat voorgenomen is en al heel lang bepaald is. Het is een besluit van Hem. Niemand kan dat keren (Jeremia 4:28): de raad des Heeren zal bestaan (Jesaja 46:10) en de gedachten van Zijn hart zijn van geslacht tot geslacht (Psalm 33:11). Het is niet alleen een besluit dat verborgen gehouden is in de boezem van de Heere, maar ook een besluit dat bekendgemaakt is, dat Hij aan Zijn dienaren gelast om het in Zijn Naam te verkondigen. Wat uit Zijn lippen gaat, verandert Hij niet (Psalm 89:35).

Thomas Halyburton,

hoogleraar in St. Andrews

(”De zondaar verheugd in 
Gods heiligdom”, 1763)