Bomaanslag op veiligheidstroepen Benghazi
De ontploffing van een autobom in de Oost-Libische stad Benghazi heeft dinsdag 22 mensen het leven gekost. Nog eens twintig personen raakten gewond, aldus de strijdkrachten van generaal Khalifa Haftar, die het doelwit van de aanslag waren.
De aanslag, die een gebouw van drie verdiepingen vrijwel met de grond gelijk maakte, vond plaats in een woonwijk in het stadsdeel Guwarsha. Daar vechten troepen van de Haftar al geruime tijd met de zogeheten Shuraraad van Revolutionairen van Benghazi, waarin een aantal islamistische strijdgroepen zich hebben verenigd.
Haftar, een bondgenoot van de tegenregering die zich in Oost-Libië als rivaal van de islamistische regering in Tripoli heeft opgeworpen, bond twee jaar geleden de strijd aan met de Shuraraad. De afgelopen maanden hebben zijn troepen in Benghazi veld gewonnen, maar de stad is nog niet geheel in hun handen. Haftars tegenstanders slaan geregeld terug met bomaanslagen, maar zelden zijn die zo bloedig als deze.
Het Libische Nationale Leger, zoals Haftar zijn strijdmacht noemt, en de tegenregering in Benghazi erkennen de regering van nationale eenheid die sinds kort in Tripoli is aangetreden vooralsnog niet.