Wall Street in het rood
De beurzen in New York lieten dinsdag verliezen zien. Beleggers op Wall Street kregen onder meer kwartaalcijfers van Pfizer voor hun kiezen. Daarnaast kwamen er tegenvallende verkoopcijfers van de grote autobouwers.
De Dow-Jonesindex stond ongeveer een half uur voor het sluiten van de beurs 0,6 procent in de min op 18.298 punten. De S&P 500 verloor 0,7 procent tot 2156 punten. Technologiegraadmeter Nasdaq daalde 0,9 procent tot 5139 punten. Eerder op de dag waren in Europa ook al koersverliezen te zien.
Van alle Dowfondsen ging Pfizer het hardste omlaag, met een min van 2,2 procent. De farmaceut boekte over het tweede kwartaal weliswaar meer omzet en winst dan verwacht. Maar het viel beleggers tegen dat die meevallende cijfers voor het bedrijf geen aanleiding waren om de prognoses voor het hele jaar op te schroeven.
Het kwartaalbericht van Procter & Gamble viel meer in de smaak. De was- en verzorgingsmiddelengigant stond 0,6 procent hoger en was daarmee een van de spaarzame winnaars in de Dow.
Autobouwers Ford, GM en Fiat-Chrysler noteerden elk rond de 4 procent in de min. Bij GM en Ford daalden de verkopen in de VS afgelopen maand. Fiat Chrysler verkocht wel meer auto’s, maar de groei viel tegen.
Ook Delta Air Lines was een grote verliezer. De luchtvaartmaatschappij kwam met een tegenvallend omzetrapport over de maand juli en verloor daarop 7,5 procent.
Verder gingen winkelbedrijven Kohl’s Corp en Macy’s flink onderuit, vanwege zorgen over de toekomstige groei van de consumentenbestedingen. Ze verloren elk meer dan 8 procent. De Amerikaanse consumentenbestedingen gingen in juni nog wel omhoog, maar daarvoor moesten mensen wel hun spaargeld aanwenden, blijkt uit cijfers. Dat maakt het onzeker of de consumptie ook komende tijd in de lift blijft zitten.
Winkelketen CVS Health won anderzijds ruim 5 procent. Het apotheek- en drogisterijbedrijf boekte vorig kwartaal meer winst dan verwacht, maar liet wel een tegenvallende groei van de verkopen zien.
De prijs van een vat Amerikaanse olie daalde 1,3 procent tot 39,55 dollar. Brentolie werd 0,7 procent goedkoper op 41,83 dollar. De euro werd voor 1,1223 dollar verhandeld, tegen 1,1227 dollar bij het slot van de Europese beurzen eerder op de dag.