Christenen in Aleppo weten wat aanslagen zijn
De moord op priester Jacques Hamel, vorige week in het Franse Normandië, heeft ook christenen in het Midden-Oosten geschokt. Daar kwamen de afgelopen jaren verschillende geestelijken om het leven.
De moord op de Nederlandse pater-jezuïet Frans van der Lugt, in 2014 in de Syrische stad Homs, trok de meeste aandacht. Christenen in Aleppo herinneren zich hoe islamisten een aantal jaren geleden de 49-jarige pater Francois Murad onthoofdden.
Aleppo vormt het epicentrum van de Syrische burgeroorlog. De meeste inwoners, onder wie veel christenen, zijn de stad ontvlucht. Volgens een geestelijke uit Aleppo is echter 95 procent van de christelijke leiders met gevaar voor eigen leven gebleven. Ze proberen een teken van hoop te zijn voor zowel christenen als moslims.
Wederkomst
Vader Ibrahim is een van hen. Hij zei recent in een interview dat hij tot de overtuiging is gekomen dat alleen „goddelijk ingrijpen” de problemen in zijn stad en in de wereld kan oplossen.
Wie met christenen in de Arabische wereld over de problemen in hun regio spreekt, wordt vaak verrast door hun zienswijze. Gevraagd naar mogelijke oplossingen, antwoorden ze vaak dat uitsluitend de wederkomst van Christus zal leiden tot een verbetering van hun situatie.
Menselijke oplossingen zijn niet langer mogelijk en ook vader Ibrahim spreekt over de noodzaak om te vertrouwen op God. Hij zag in Aleppo hoe alle christelijke gemeenschappen de afgelopen jaren werden uitgedund. Maar tegelijkertijd nam hij waar hoe „het christelijk leven veel intensiever werd.” Deze rijping en verdieping waren noodzakelijk voor de christenen in Aleppo „omdat wij ons hier aan alle zijden omringd zien door het kwaad. Wij ervaren en beleven dit kwaad dagelijks en wij schrikken ervan. Het enige dat we kunnen doen, is ons toevertrouwen aan Gods genade.”
Vader Ibrahim beschrijft voor welke bijna bovenmenselijke taak christelijke leiders in Aleppo zich gesteld zien. „Families hebben geen dak meer boven hun hoofd. Veel mensen zijn door bommen gehandicapt geraakt. Anderen zijn krankzinnig geworden omdat ze de angst en het geweld niet langer kunnen verdragen. Onze gelovigen lijden onder armoede, ziekten en oorlogswonden. Wij handelen direct, terwijl hulporganisaties vaak maanden van voorbereiding nodig hebben.”
Syrische kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders proberen ondertussen de zaak van christenen te bepleiten in het Westen. Patriarch Ignatius Yussef III Yunan was de afgelopen maand in Europa, waar hij tegen journalisten zei dat de situatie voor christenen in Irak en Syrië „van kwaad tot erger” gaat.
Hij bezoekt regelmatig christenen die in vluchtelingenkampen in de regio verblijven. „Ze wachten daar vaak al jaren op het moment dat ze weer terug kunnen keren. Het lijkt er echter op dat dit voorlopig nog niet zal gebeuren.”
De patriarch bedankte de christenen in het Westen voor alle humanitaire hulp, „alhoewel dit niet is wat we het meeste nodig hebben.” Hij bedoelde dat christenen in het Westen zich veel assertiever moeten opstellen.