Binnenland

„Romeinse keizer schonk tempel voor soldaten”

Na grondig onderzoek weet het Archeologisch Centrum van de Vrije Universiteit Amsterdam het bijna zeker: de gevonden materialen in het Brabantse Kessel vormden 2000 jaar geleden de grootste Romeinse tempel van Bataafs Nederland. Wie het peperdure bouwwerk voor de arme Batavieren betaalde? „Hoogstwaarschijnlijk de keizer, omdat dit volk perfecte soldaten leverde.”

Evert Barten
16 April 2004 20:07Gewijzigd op 14 November 2020 01:08
LITH – Een reconstructie van de grootste Romeinse tempel in Nederland uit de Bataafse tijd, gemaakt door prof. dr. N. Roymans van de Vrije Universiteit in Amsterdam. Hij deed dit met behulp van vijf vondsten uit de Maas bij het Brabantse Kessel: twee de
LITH – Een reconstructie van de grootste Romeinse tempel in Nederland uit de Bataafse tijd, gemaakt door prof. dr. N. Roymans van de Vrije Universiteit in Amsterdam. Hij deed dit met behulp van vijf vondsten uit de Maas bij het Brabantse Kessel: twee de

Met grote stelligheid zette archeoloog prof. dr. N. Roymans vrijdag in het gemeentehuis van Lith zijn bevindingen uiteen. Met slechts vijf duidelijke bewijsstukken legde hij een eeuwenoude puzzel in elkaar. Een puzzel waarvan de stukken reeds in 1976 werden gevonden door amateur-archeologen.

„In de jaren zeventig zijn in een baggergat langs de Maas de eerste resten van de tempel gevonden”, vertelt Roymans. „Helaas was er toen geen geld om het grote Romeinse puinveld op te graven. De Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek verrichtte een jaar later een noodopgraving en daar bleef het bij. Baggeraars beukten op het veld om er doorheen te komen. Toen dat niet lukte door de grote hoeveelheid puin, hebben ze het zand eronder weggezogen. Daar gingen de prachtige archeologische stukken. Ze zonken naar een diepte van 30 meter.”

Het belang van de vondst werd onlangs pas duidelijk toen archeologen van de universiteit de resten onderzochten in het kader van een project dat zich richt op de Bataafse samenleving. De vijf belangrijke stukken waar Roymans zijn conclusies op baseert, zijn twee stukken zuil, twee gedeelten uit de zogenaamde fries (de bewerkte gevel van een gebouw) en een kapiteel, de versiering van de bovenkant van een zuil. Door vergelijkingen te trekken met twee andere tempels in Nederland -in Empel en Elst-, bleek het mogelijk een reconstructie te maken van de tempel zoals die er vermoedelijk 2000 jaar geleden uitgezien heeft. „Het bijzondere is dat dit waarschijnlijk de hoofdtempel is geweest van de Batavieren”, beweert Roymans. „Dit exemplaar is groter dan de andere twee Bataafse tempels. Omdat de Romeinen vaste protocollen gebruikten voor de bouw van tempels, is het niet moeilijk om vergelijkingen te trekken. De diameter van een zuil zegt veel over de lengte ervan. En hoe hoger de zuil, hoe groter de tempel. De diameter van de gevonden zuil in Kessel is tientallen centimeters groter dan die in Empel en Elst.”

Een andere graadmeter is het kapiteel. Volgens Roymans is dit onderdeel van de zuil altijd eentiende van het geheel. Het kapiteel in Kessel is 60 centimeter hoog, wat duidt op een zuil van minimaal 6 meter. Twee meter hoger dan de tempelzuilen die in Empel en Elst gevonden zijn. Ook aan de hand van de fries, die 65 centimeter hoog is, stelde de archeoloog vast dat het om een groot gebouw ging. „Omdat we geen plattegrond hebben gevonden, is het raden naar de omvang. Toch denk ik al snel aan zo’n 25 bij 35 meter.”

Op de plek waar de tempel gevonden is, bevond zich enkele eeuwen eerder een Keltische offerplek, zo vermoedt Roymans. Hij baseert zich op een groot aantal Keltische munten die „ongeveer tussen keizer Ceasar en Augustus” geofferd zijn. Ook troffen archeologen bronzen ketels aan, wat duidt op rituele maaltijden.

Bij een tempel hoort een godheid. De zoektocht hiernaar was een moeilijk onderdeel van het onderzoek, bekent Roymans, omdat er geen enkel beeld of deel daarvan gevonden is. Wel heeft hij een paar indirecte aanwijzingen. „Naast de Keltische munten en de bronzen ketels vonden we veel oude wapens. Deze zijn hoogstwaarschijnlijk geofferd aan de oorlogsgod Hercules. Dit is dezelfde godheid die in Empel en Elst werd vereerd.”

Het verhaal van Roymans krijgt een luguber karakter als hij vertelt over mensenresten die in de Kesselse grond zaten. „Eerst vonden we alleen botten van runderen, maar later bleken er ook stukken schedel, ruggenwervels en andere mensenbotten tussen te zitten. Ik vermoed dat de Kelten mensenoffers brachten aan hun god. Of ze levende mensen offerden of reeds gestorven mensen, dat laat ik in het midden.” Onderzoek wijst uit dat de mensenresten uit dezelfde tijd komen als de munten en wapens, ongeveer twee eeuwen voor Christus.

Roymans heeft van zijn onderzoek, argumenten en conclusies een boek gemaakt, dat dit najaar uitkomt. Of de resten van de tempel ooit nog boven water gehaald worden, is de vraag. Roymans hoopt dat er geld beschikbaar komt voor het project. Tot die tijd geeft de Maas zijn archeologisch geheim niet prijs.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer