Bosnisch–Servische stafchef ontslagen om ’Srebrenica’
Lord Paddy Ashdown, de Hoge Vertegenwoordiger van de Internationale Gemeenschap in Bosnië–Herzegovina, heeft vrijdag generaal Cvjetko Savic ontslagen, de stafchef van het Bosnisch–Servische leger. De Brit verwijt de generaal het dwarsbomen van het Bosnisch–Servische onderzoek naar de gebeurtenissen van Srebrenica.
Na tal van andere nationale en internationale onderzoeken is inmiddels ook een speciale Bosnisch–Servische commissie bezig met een enquête naar de moord op 7000 moslimmannen en –jongens in 1995.
Ashdown heeft eveneens Dejan Miletic ontslagen, de liaisonofficier van de Bosnisch–Servische regering met het Joegoslavië–Tribunaal in Den Haag. Ook Miletic zou het Srebrenica–onderzoek hebben gedwarsboomd. Volgens het Dayton–vredesakkoord kan de Hoge Vertegenwoordiger Bosnische functionarissen ontslaan.
Ashdowns beslissing volgt op een tussenrapportage van de commissie die de Bosnisch–Servische autoriteiten ervan beschuldigd niet over de brug te komen met de relevante informatie. Ashdown zegt het ’ongewoon ongeloofwaardig’ te vinden als het leger zegt niet meer informatie te kunnen geven over de massagraven en over ooggetuigen van de massaslachting. Hij beschuldigde de Bosnisch–Servische autoriteiten van betrokkenheid bij een langdurige poging informatie over het bloedbad uit de openbaarheid te houden.
Ashdown dreigt nog meer functionarissen te ontslaan van Republika Srpska, de Servische entiteit binnen Bosnië, als de regering niet over de brug komt met informatie over Srebrenica. Hij noemde premier Dragan Mikerevic, president Dragan Cavic, minister van Binnenlandse Zaken Zoran Djeric en minister van Defensie Milovan Stankovic bij naam.
