Maand jeugddetentie geëist tegen medeverdachte
Het Openbaar Ministerie heeft vrijdag een maand jeugddetentie geëist tegen een minderjarige medeverdachte in de zaak tegen Murat D. Voor de jeugdstrafkamer van de rechtbank in Den Haag stelde de aanklaagster dat de medeverdachte op verzoek van Murat het wapen had verstopt, waarmee onderdirecteur Hans van Wieren van het Terra College was doodgeschoten. Murat deed dat op 13 januari in een volle schoolkantine.
Daarnaast eiste de officier een voorwaardelijke straf van vier maanden jeugddetentie, met een proeftijd van twee jaar. Verder zou hij onder toezicht van de reclassering moeten komen te staan.
Het Openbaar Ministerie bracht deze informatie na de zitting naar buiten. De zitting had een besloten karakter, zoals vrijwel altijd het geval bij strafzaken waarbij minderjarigen zijn betrokken.
De advocaat van de verdachte, mr. M. Stoet, verklaarde dat het verstoppen van het wapen door de jongen, Abdullah O., een volstrekt impulsieve reactie was. „Hij was ter plaatse en wilde voorkomen dat er meer slachtoffers zouden vallen. Hij betreurt het ten zeerste wat zich heeft afgespeeld op de school", aldus de raadsman na de zitting. Hij pleitte voor een jeugddetentie gelijk aan het voorarrrest, zodat de jongen niet meer terug naar de gevangenis hoeft.