In 1999 werd er in de Zambiaanse hoofdstad Lusaka een vredesakkoord voor Congo getekend, maar de uitvoering ligt ook na het bereiken van een gammel staakt-het-vuren vrijwel stil. Een gezamenlijke rondreis door Midden-Afrika van drie bewindsvrouwen die donderdagavond werd afgesloten, heeft volgens Herfkens misverstanden tussen de partijen uit de weg geruimd. Daardoor kan in de eerste plaats de VN-missie in Congo (Monuc) uitgebreid worden en aan haar eerstvolgende taak beginnen.

Die bestaat uit het opzetten van posten waar strijders in oostelijk Congo worden geworven voor ontwapening. Daarna worden ze geholpen terug te keren naar een burgerbestaan. Het gaat daar om bendes die onder meer strijden tegen de regimes van de minderheden van de Tutsi’s in Rwanda en Burundi. Een aantal van deze strijders wordt verantwoordelijk gehouden voor de volkerenmoord op Tutsi’s in Rwanda in 1994. Dat voeren Rwanda en Burundi als excuus aan om troepen te stationeren in Oost-Congo. Deze bezetting van stukken Congo is een belangrijk obstakel voor vrede in de regio.

Herfkens heeft tijdens de reis bekendgemaakt dat Nederland 100 miljoen dollar stopt in een internationaal fonds van 300 miljoen dollar dat de ontwapening van strijders en terugkeer naar een burgerbestaan moet financieren. Die terugkeer moet mede mogelijk worden gemaakt door de democratisering van Burundi en Rwanda.

De vierdaagse reis van de bewindsvrouwen voerde naar de presidenten van Congo, Burundi en Rwanda, alsmede naar een topman van de door Rwanda gesteunde rebellen in oostelijk Congo.

De Britse minister Clare Short toog donderdag ook naar de Ugandees-Rwandese grens om de vrede te bezegelen tussen de leiders van de buurlanden, Yoweri Museveni van Uganda en Kagame.