Eis: vijf jaar cel en TBS voor Murat D.
Tegen Murat D. (17) is donderdag bij de kinderrechter in Den Haag vijf jaar cel en TBS geëist voor de moord op conrector Hans van Wieren (49) van het Terra College op 13 januari dit jaar.
„Murat moet beseffen dat hij dit nooit, nooit, nooit meer moet doen”, zei officier van justitie mevrouw mr. N. Boersma. „Ik kan niets ergers bedenken dan dat een leerling een eigen leraar executeert. Met de arm gestrekt, de knokkels omhoog, als een echte gangster.” Een afdoende verklaring voor de moord kon Boersma niet bedenken. „Dit is absurd. Murat wilde kennelijk en public laten weten: Kijk mij. Ik laat niet met me sollen.”
Gezien de ernst van de zaak wil het openbaar ministerie dat Murat D. volgens het meerderjarigenstrafrecht wordt berecht. De wet biedt in extreme situatie die mogelijkheid bij 16- en 17-jarigen. Murat D. was 16 jaar toen hij Van Wieren van het leven beroofde. Vorige week werd hij 17.
De maximale straf in het jeugdrecht bestaat uit twee jaar jeugdgevangenis met daarna eventueel plaatsing in een jeugdinrichting (de zogeheten PIJ-maatregel) voor de periode van maximaal zes jaar. Boersma vindt die straf voor Murat D. te mager. TBS kan in theorie levenslang zijn.
Vier gedragsdeskundigen en Murat D.’s advocaten zijn van oordeel dat Murat D. het beste volgens het jeugdrecht kan worden bestraft. De jongen is enigszins verminderd toerekeningsvatbaar en doet zich slimmer voor dan hij in werkelijkheid is. Behandeling in een jeugdinrichting zou het meest wenselijk zijn.
Officier van justitie Boersma gaat daar niet in mee. „Het kan niet zo zijn dat Murat na een paar jaar op straat komt en dat we zeggen: Nou Murat, succes ermee.”
De officier had er geen goed woord voor over dat de familie Murat D. in bescherming neemt en kennelijk nauwelijks weet had van het wangedrag van de jongen op school. „De familie steekt de kop in het zand.”
De aanklager wees erop dat Murat D. maar „ternauwernood” beseft welk verdriet hij de nabestaanden van Hans van Wieren heeft aangedaan. „Misschien besef je het leed als je bedenkt dat je eigen moeder zou worden doodgeschoten.” De officier citeerde uit een brief van de weduwe Van Wieren. Die schreef iets als: „Hoe is het om je verhaal nooit meer kwijt te kunnen. Om nooit meer als compleet gezin om tafel te zitten. Loodzwaar. Hans was een echte lieverd. Hij vloekte niet, hij schold niet, hij had humor.” Zijn twee dochters willen de tijd „zo graag terugdraaien.” Ook docenten en leerlingen zijn ernstig geschokt, betoogde de aanklager. „Er is iets fundamenteels veranderd.”
De raadsvrouwen mr. A. Naarden en mr. M. de Meijer betoogden dat Murat D. niet uit was op de dood van Van Wieren. Hij zou de conrector slechts een tijdje in het ziekenhuis willen hebben. Ze noemden Murat D.’s handelwijze „kinderlijk.” De advocaten wezen erop dat de jongen het thuis en op school erg moeilijk had. „Hij ging een beetje onhandig te werk. Hij zat, zo vlak voor de finish, helemaal klem.” In zijn laatste woord, na een zitting van elf uur, was Murat D. donderdagavond zelf uiterst summier. „Ik heb spijt en ik wens de familie Van Wieren heel veel sterkte toe.”
Uitspraak 29 april.