Murat D.: Executie Van Wieren was foutje
Agressief, bedreigend, verwend en uiterst snel op zijn tenen getrapt. Dat beeld rees donderdag bij de Haagse kinderrechter van Murat D. De Turkse jongeman noemde de executie van conrector Hans van Wieren een „foutje.”
Doodstil was het donderdag in de rechtszaal toen de lampen uitgingen en zwart-witte beelden beelden van bewakingscamera’s werden getoond. Die registreerden D.’s gangen door het Terra College van minuut tot minuut. D. dwaalt rusteloos in de kantine rond, wordt in de gang door leraren aangehouden en krijgt een berisping nadat hij een sigarettenpeuk op de grond heeft gegooid. Rond één uur haalt hij uit de auto van zijn vriend Hüseyin S. (Guus), vlak bij school, een pistool. Door vrienden laat hij zich niet weerhouden. Om kwart over één loopt D. in de kantine recht op Van Wieren af. Zijn gaat arm omhoog. Een schot. De conrector zakt in elkaar. Een collega verschuilt zich achter een pilaar en buigt zich daarna over het slachtoffer. „Er zat die dag iets duivels in de ogen van Murat”, verklaarde een getuige.
Zelf volgde D. de dramatische videobeelden nauwelijks. Hij keek naar de grond en schoof met een ring om zijn vingers. Zijn moeder -hoofddoek én naaldhakken- veegde af en toe met haar zakdoek over haar ogen.
Op de dag van de moord, 13 januari, belde D. twee keer met Guus. Die leverde het wapen. Guus zelf zei vrijdagmorgen voor de Haagse rechtbank zich overrompeld te voelen door D. Guus ontkende vanmorgen dat hij Murat vlak voor de schietpartij heeft uitgelegd hoe het wapen werkte.
Voordat D. het dodelijk schot loste, nuttigde hij nog twee Bacardi Breezers. Na het schot vluchtte hij aanvankelijk, maar hij kwam even later terug. Daarbij zou hij nog gedreigd hebben meer slachtoffers te maken.
D. zoekt de schuld vooral buiten zichzelf. Van berouw lijkt geen sprake. Tegen de politie verklaarde de jongeman dat hij niets anders kon dan Van Wieren neerschieten, nadat hij te horen had gekregen dat er een schorsing aan zat te komen. „Hij vindt het volstrekt rechtvaardig dat hij Van Wieren een lesje ging lezen. Hij voelt zich meer verongelijkt dan schuldig. Dat is een heel somber vooruitzicht”, zei rechtbankvoorzitter mevrouw mr. C. Dettmeijer.
Het baart haar grote zorgen dat D. ook na drie maanden onderzoek door „een leger deskundigen nog geen millimeter is opgeschoven.” Het schokt de rechtbank dat D. na de schietpartij onder medegedetineerden „vrolijk” allerlei stoere verhalen vertelde over wat je met wapens kunt doen. Ook is het de rechters een doorn in het oog dat D. er drie weken na de moord niet voor terugdeinsde te bellen naar vrienden op het Terra College.
Keer op keer probeerde rechter Dettmeijer D. erop te wijzen dat hij uiterst snel gekrenkt is en zich niets gelegen laat liggen van het gezag. De rechter: „Van een conciërge moest je een sigarettenpeuk oprapen. Dan ga je ruzie maken.” Murat D.: „Ik ben het pispaaltje. Anderen mochten roken, ik niet.” De rechter: „Had de conciërge moeten zeggen: Lieve Murat, zou je je sigarettenpeuk willen oprapen? Zo gaat dat toch niet?” Murat: „Ik kan er niet tegen als ze mij onterecht behandelen. Dan word ik boos. Zo ben ik nu eenmaal.” Rechter: „Dan ben je wel erg vaak beledigd. In een kantine is de conciërge de baas. Snap je dat?”
Op het Terra College hing D., ook donderdag getooid in dure kleren, de populaire jongen uit. „Hij liep als een haantje door school.” Bij veel leraren was hij berucht. Hij bedreigde docenten. Een van hen zat daardoor zelfs thuis. Murat D. kreeg eerder al schorsingen aan zijn broek.
Conrector Van Wieren had op 12 januari, daags voor de schietpartij, een gesprek met D. Van Wieren was „bang voor de bijzonder agressieve” leerling. Tijdens dat gesprek kwam een schorsing ter sprake. Eerder al waren er diverse brieven naar het thuisfront gestuurd. Die kwamen echter terecht op een oud adres, waardoor D.’s moeder de brieven niet onder ogen kreeg. Voor Murat D. was het een schrikbeeld dat hij van school „getrapt” zou worden, een paar maanden voordat hij zijn diploma in ontvangst zou kunnen nemen. Er zou een smet op de eer van de familie komen.
Met D. ging het de laatste jaren bergafwaarts. Hij blowde en dronk. Zijn vader zit momenteel vast voor een poging tot moord. Al twee keer eerder bracht de man in de gevangenis door. Als oudste zoon moest Murat D. veel verantwoordelijkheid dragen voor zijn broertjes en zusjes.
D.’s moeder nam het donderdag op voor haar zoon en schoof de schuld zelfs in de richting van Van Wieren. „Murat heeft nooit een vlieg kwaad gedaan. Ik kan niet geloven dat hij er alleen achter zit. Van Wieren had beter moeten weten hoe hij Murat had moeten aanpakken. Ik vroeg altijd aan Murat hoe het met hem ging en dan ging het goed.” Rechtbankvoorzitter Dettmeijer, onverholen geërgerd: „Murat is goed, moeder is goed, vader is goed.”