De eerste honderden belangstellenden die eind vorige maand via internet een toegangskaartje wisten te kopen stonden al ver voor de openingstijd van 10 uur in de rij voor het paleis. Er waren tijdslots ingesteld om de bezoekersstroom in goede banen te leiden. Halverwege de dag was de doorstroming zo goed dat de rijen vrijwel verdwenen. De laatste bezoeker passeerde om half zes de poort - hij was te laat en moest daarna op een drafje door de zalen.

Bijzonder populair was de Balkonkamer, waar de vitrage voor de ramen was weggeschoven zodat iedereen vanachter de ramen van het balkon ‘even kon wuiven’ en zich koning of koningin kon wanen op Prinsjesdag. In trek waren ook de wachthokjes voor het paleis, waar eveneens enthousiast werd geposeerd als interim-Marechaussee.

De drukte voor het paleis viel ook dagjesmensen op, die aan de poort kwamen vragen of ze naar binnen mochten. Dat zat er niet in, maar de paleistuin werd als alternatief aan geboden. En de directeur van het Koninklijk Huisarchief die met zijn team verantwoordelijk is voor de openstelling, heeft ook het Koninklijk Paleis in Amsterdam in de aanbieding. “Met een hele mooie tentoonstelling van portretten van de familie Oranje-Nassau”, zo zei hij eerder deze week.