Zendingsschool Spanje focust op Europa
Het Ceibi, een instituut voor theologische vorming in de Spaanse badplaats Salou, wil volgend jaar in Spanje een school stichten om Latijns-Amerikaanse zendelingen voor te bereiden op het werk in een postchristelijk Europa.
Dat blijkt uit het jaarverslag over 2003 van de stichting Spaanse Evangelische Zending (SEZ). Evangelist B. Coster, uitgezonden door de SEZ, is verantwoordelijk voor het theologisch programma aan het nog op te starten instituut. Hij is als docent verbonden aan onder meer het Ceibi (Centro Evangelico de Investigaciones Biblicos). Coster is van mening dat het begrip zending opnieuw gedefinieerd moet worden, licht hij desgevraagd toe. „Zending geschiedt voortdurend op grond van achterhaalde definities. Vanuit de noord-zuidgedachte en vanuit een koloniaal denken dat de Europese kerken als sterke kerken leidinggeven aan de zwakke. Terwijl er in Europa geen sterke kerken meer zijn. Alles staat onder druk.” Volgens de evangelist wordt te gemakkelijk geconcludeerd dat Europa zendingsgebied is. „Als dat al zo is, dan is het een postchristelijk zendingsgebied. Dat is het nieuwe en het specifieke eraan. Zending onder heidenen kunnen we definiëren. Maar Europa, en zeker Zuid-Europa, is door en door gekerstend geweest.”
Latijns-Amerikaanse zendelingen komen naar Europa met de gedachte dat Europa een heidens werelddeel is. Ze nemen het rooms-katholicisme noch het protestantisme serieus, aldus Coster. „Hun doel is het stichten van kerken naast de bestaande kerken.” Een tweede probleem is dat het beeld van de kerken dat deze mensen hebben, niet correspondeert met de werkelijkheid.
Het definiëren van kerk en van zending wordt een belangrijke taak van het instituut. Want veel zendelingen raken door de onverwachte situatie in een crisis. Coster constateert dat hun roeping onder druk komt te staan. „Zij zijn afkomstig uit een werelddeel waarin de kerk groeit en ze denken: Wij zullen in Europa wel eventjes een kerk gaan stichten. Maar werken in Europa is moeizaam en er zijn relatief weinig vruchten. Wie dat ervaart, vraagt zich af of hij wel de juiste methoden gebruikt en gaat aan zijn roeping twijfelen.”
De nadruk tijdens de opleiding ligt op het ontwikkelen van een theologische, bijbelse visie op zending in Europa. Met name de leer van de kerk (ecclesiologie), de leer van de Heilige Geest (pneumatologie) en de leer van de verlossing (soteriologie) komen aan bod. Coster: „Voor het definiëren van zending moeten we opnieuw naar bepaalde lijnen in het Oude en het Nieuwe Testament kijken. Het bedrijven van zending is niet zo vanzelfsprekend als in bepaalde delen van de kerk wel wordt gedacht. Je kunt op grond van de Bijbel de vraag stellen of we in Europa -dat helemaal gekerstend is geweest- opnieuw zending kunnen bedrijven. Is het wel in Gods raad dat Europa opnieuw wordt gekerstend? Ik ben ervan overtuigd dat het evangelisch getuigenis gehandhaafd moet blijven, maar in welke termen denken we over evangelisatie in Europa?”
Behalve bijbels-theologische vakken zullen ook transculturele vakken bij het instituut aan bod komen. „Europa is geen gastvrij maar een uitermate gesloten werelddeel. Wij vinden algauw dat we het middelpunt van de wereld zijn. Een gedeelte van het lesaanbod moet zendelingen op deze cultuur voorbereiden.”
Het streven is volgend jaar eerst een kaderstudie te organiseren voor mensen die bij zending betrokken zijn, om op die manier van missiologie een specialisme te maken. Vervolgens zal de zendingsschool de deuren moeten openen. Coster schat dat per jaar dertig à veertig mensen de opleiding kunnen volgen. In Europa werken volgens hem grote aantallen latino’s in de zending. Alleen al in Duitsland werken 400 mensen die niet van Europese continent afkomstig zijn. Voor een belangrijk deel zijn dat Latijns-Amerikanen en Koreanen.
Het zendingsinstituut richt zich op Latijns-Amerikaanse zendelingen omdat zij via Spanje in Europa komen. Coster: „We kunnen misschien een brugfunctie vervullen tussen Spanje en Latijns-Amerika en ook iets betekenen voor Europeanen die in dat werelddeel gaan werken. Zij kunnen bij ons Spaans leren. Als we iets zouden kunnen betekenen in het begeleiden en uitleiden van deze twee groepen mensen -en ontmoetingen kunnen arrangeren- zouden we heel tevreden zijn.”
Het initiatief in Spanje heeft de aandacht van internationale, overkoepelende zendingsorganisaties. Volgens Coster spelen de problemen waar de zendingsschool op zal inspelen, overal. „Er gaat te veel fout in de zending. Mensen worden in hun roeping of in hun werk teleurgesteld omdat de werkelijkheid totaal niet overeenkomt met hun verwachtingen.”
Een van de doelstellingen van Coster is Latijns-Amerikaanse zendelingen begrip te kweken voor het christelijke leven in Europa, „hoe vervormd en liberaal dit vaak ook is”, om hen vervolgens „los te laten in de vaak arrogante christelijke kerken. Met deze dynamiek zal de zendingsschool zich moeten bezighouden.”