Stapeling van schenkvrijstellingen maakt het ingewikkeld
Bij de presentatie van het Belastingplan 2016 is reeds bekendgemaakt dat met ingang van 2017 de schenkvrijstelling eigen woning structureel naar 100.000 euro zal gaan.
De schenking moet, zoals het bovenstaande aanduidt, verband houden met het eigen huis. Verder dient de begunstigde tussen de 18 en de 40 jaar oud te zijn. Tussen de schenker en de begunstigde hoeft geen familiaire band te bestaan. De verhoging gold ook al van 1 oktober 2013 tot en met 31 december 2014. De stapeling van diverse vrijstellingen bij de ouder-kindrelatie maakt de toepassing van de verruimde vrijstelling in de praktijk zeer complex.
Onder de huidige wetgeving kan een ouder per kind jaarlijks 5304 euro belastingvrij schenken. Het bedrag kan eenmalig worden verhoogd tot 25.449. De vrijstelling kan op dit moment verder eenmalig worden verhoogd tot 53.016 euro indien het gaat om een schenking in verband met een dure studie of een eigen woning. Vanaf 2017 wordt de vrijstelling blijvend 100.000 euro.
De drie opgesomde verruimingen kunnen slechts eenmaal worden toegepast en niet over meerdere jaren worden gespreid. Het is niet mogelijk de vrijstelling van 25.449 euro in 2016 te gebruiken en de verhoging naar 53.016 euro in 2017. Schenken ouders in 2016 aan hun kind een bedrag van 25.000 euro, dan kan er in een later jaar geen beroep meer worden gedaan op de verhoging van 25.449 naar 53.016 euro.
Gelukkig is er ook sprake van een overgangsrecht. Essentie daarvan is dat de begunstigde wel de wettelijke mogelijkheid moet hebben om een beroep te doen op een van de verhoogde vrijstellingen. In het genoemde voorbeeld had het kind geen mogelijkheid om in 2016 een beroep te doen op de verhoging naar 100.000 euro omdat deze vrijstelling pas in 2017 bij wet is geregeld. Wel had het kind in 2016 een beroep kunnen doen op de verhoogde vrijstelling van 53.016 euro. Aangezien deze vrijstelling niet is geclaimd, kan in 2017 op basis van het overgangsrecht slechts een beroep worden gedaan op de verhoging van 53.016 naar 100.000 euro. Het overgangsrecht omvat de jaren 2015 en 2016. Als er in een van deze jaren een beroep is gedaan op de verhoogde vrijstelling van 25.449 euro (eventueel in combinatie met de verhoging naar 53.016), bestaat de mogelijkheid om in 2017 en 2018 de verhoging van 53.016 naar 100.000 euro toe te passen.
Stel dat een vrouw in 2013 een schenking krijgt van haar ouders onder de vrijstelling van 25.449 euro. In 2015 wordt een tweede bedrag voor de eigen woning geschonken van 20.000 euro. In 2015 is slechts de vrijstelling van 5304 euro van toepassing, aangezien de verhoging van 25.449 tot 53.016 euro niet meer mogelijk is en de verhoging naar 100.000 euro wettelijk niet is geregeld. De dochter kan in dit geval geen beroep doen op de verhoging naar 100.000 euro in 2017. Zij gebruikt namelijk de eenmalig verhoogde vrijstelling in 2013, en dat jaar valt niet onder overgangsrecht.
Het overgangsrecht ziet alleen op ouder-kindrelaties. De verhogingen tot 25.449 en 53.016 euro zien alleen op schenkingen aan kinderen. Stel dat er in 2017 een schenking wordt ontvangen van 100.000 euro van de buurman in verband met de eigen woning. De verhoogde vrijstellingen tot 25.449 en 53.016 euro in 2015 en 2016 zijn dan niet aan de orde, aangezien er geen ouder-kindrelatie aanwezig is. In 2017 is er daarom bij een niet-ouder-kindrelatie sprake van een verhoging van de derde vrijstelling van 2122 naar 100.000 euro.
De auteur is belastingadviseur bij Visser & Visser Belastingadviseurs. Reageren? fiscaal@refdag.nl