Bij ivf worden eicellen in een laboratorium bevrucht met zaadcellen. Daarna worden een of twee levensvatbare embryo’s teruggeplaatst in de baarmoeder, in de hoop op een zwangerschap. Embryo’s die overblijven, worden ingevroren, om eventueel later teruggeplaatst te worden.

In totaal werden er vorig jaar 14.114 verse ivf-behandelingen uitgevoerd, ongeveer evenveel als in 2014. Volgens Smeenk, gynaecoloog in het Elisabeth ziekenhuis in Tilburg, is de toename van de kans op een zwangerschap vooral te danken aan betere resultaten die zijn behaald met embryo’s die ingevroren zijn bewaard en vervolgens op een later moment in de baarmoeder zijn geplaatst. Dat hangt samen met verbeterde mogelijkheden in laboratoriums.

Nederland telt twaalf centra die ivf uitvoeren.