Grondslag
Mattheüs 16:18
„Op deze petra zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten der hel zullen dezelve niet overweldigen.”
Christus is de almachtige Bouwer. Hij zal Zijn werk volvoeren, hoewel volkeren en zichtbare kerken hun plicht niet doen. Christus feilt nooit! Dat wat Hij begonnen is, zal Hij voleindigen.
De Heere Jezus zegt ons: „Op deze petra zal Ik Mijn gemeente bouwen.” Wat bedoelde de Heere Jezus, wanneer Hij sprak van deze grondslag? Bedoelde Hij de apostel Petrus, tot wie Hij sprak? Dat denk ik zeker niet. Ik kan geen reden zien dat Hij Petrus bedoelde. Indien Hij Petrus bedoelde, zou Hij hebben gezegd: „Op u wil Ik Mijn gemeente bouwen.” Zo zeker als Hij zei: „U wil Ik de sleutels geven.”
Nee! Het was niet de persoon van de apostel Petrus, maar de goede belijdenis die de apostel zo juist heeft beleden. Het was Petrus niet, de dwalende en onvaste mens, maar de machtige waarheid die de Vader aan Petrus had geopenbaard. Het was de waarheid betreffende Jezus Christus Zelf. Die is de Rots. Het is Christus’ Middelaarschap en Christus’ Messiasambt. Het was de gezegende waarheid dat Jezus de beloofde Zaligmaker was, de ware Borg, de ware Tussentreder tussen God en mensen. Dit was de Rots en dit het Fundament waarop de Kerk van Christus is gebouwd. Deze grondslag was dus gelegd tot een dure prijs.
J. C. Ryle, bisschop in Liverpool (”Waarschuwingen aan de kerken”, 1858)