OM eist vijf jaar cel en tbs tegen Murat D.
Officier van justitie N. Boersma heeft donderdag voor de rechtbank in Den Haag vijf jaar cel en tbs geëist tegen de 17–jarige Murat D. De Haagse scholier zou op 13 januari onderdirecteur Hans van Wieren van het Terra College hebben doodgeschoten.
Boersma noemde de dood van Van Wieren in haar requisitoir een executie. „Ik kan niks ergers bedenken dan dit", zei ze. Een veroordeling volgens jeugdrecht vindt de aanklager dan ook niet voldoende.
Murat zei donderdag dat hij boos was op Van Wieren, omdat die hem het leven zuur zou maken. Hij wilde de onderdirecteur een lesje leren. Maar het was niet de bedoeling hem te doden. „Ik wilde hem in zijn schouder schieten", zei de scholier tegen de drie rechters van de jeugdstrafkamer.
Het wapen waarmee hij Van Wieren doodschoot, zou Murat hebben afgepakt van een kennis die op zijn verzoek naar de school was komen rijden. Uit diverse verklaringen die de rechter voorlas, kwam naar voren dat Murat het wapen plotseling meegriste en wegrende. Die kennis en enkele vrienden die in de buurt waren, konden hem niet meer inhalen.
Eenmaal in de school aarzelde Murat bij het rooklokaal en liep toen door naar Van Wieren, die in de aula stond te praten. Murat, die op 8 april 17 jaar is geworden, was onder invloed van drank en wellicht ook drugs toen hij volgens getuigen zijn arm strekte en Van Wieren in het hoofd schoot. Het was toen kwart over één, Van Wieren was levensgevaarlijk gewond.
Op videobeelden die het openbaar ministerie (OM) liet zien, was zichtbaar dat Murat de docent neerschoot. Ook waren er foto’s van het incident. Beveiligingscamera’s van het Terra College registreerden de daad. Murat kon het donderdag niet aanzien en wendde het hoofd af toen het schot in beeld kwam.
In de paniek die toen ontstond, wist de verdachte weg te komen. Wetende dat de politie hem in het vizier had, meldde Murat zich in de avond van dinsdag 13 januari op het politiebureau. Ongeveer een uur later, rond 22.00 uur, overleed de onderdirecteur van het Terra College aan zijn verwondingen.
De verdachte kan zich niet meer alles herinneren van de gebeurtenissen die dag. Hij bevestigde in grote lijnen wel wat getuigen hebben gezegd.
De advocaten van Murat vinden dat de belastende verklaringen van het OM vol tegenstrijdigheden, feitelijke onjuistheden en pertinente leugens zitten. Volgens Murats advocate M. de Meijer zouden veel getuigen in hun verklaringen feiten en fictie niet hebben kunnen scheiden, mogelijk geïnspireerd door berichten in de media.
De persoonlijke omstandigheden van de scholier kwamen uitgebreid aan de orde. Er kwam een beeld naar voren van een agressieve jongen, die kritiek slecht verdraagt. Hij ziet het als gebrek aan respect voor hem als iemand hem bekritiseert, stelde een van de drie gedragsdeskundigen die als getuigen–deskundigen werden gehoord.
Het drietal was het er unaniem over eens dat het het beste zou zijn als Murat niet in de gevangenis terechtkomt. Intensieve gedragstherapie zou hem wel goed kunnen doen. De deskundigen constateerden gedurende het justitie–onderzoek dat de verdachte minder begaafd is en deels ontoerekeningvatbaar.
Maar anders dan veel jongeren met soortgelijke problemen, is Murat wel sociaal intelligent en wil hij volgens de gedragsdeskundigen leren. Daarom zou hij na langdurige behandeling uiteindelijk in de maatschappij kunnen terugkomen.
Aan het eind van de zitting zei Murat dat het hem allemaal speet. Hij wenste de familie Van Wieren sterkte. Tijdens de zitting was daarvan geen sprake geweest, had de rechter „tot haar schrik" geconstateerd. Ook het OM had geen spijtgevoelens bij Murat kunnen ontdekken.
De rechtbank doet op 29 april uitspraak.