„Dit zal niet de laatste aanslag op ons en onze vrijheid zijn, ben ik bang”, aldus Segers vanmorgen. „We moeten daarom doen wat we kunnen om, samen met bondgenoten, deze jihadisten en hun kwaadaardige ideeën te verslaan. Hier in Europa, in het Midden-Oosten en waar dit kwaad zich ook maar manifesteert. Dat is de stok tussen de spaken. Ik bid dat we wijsheid krijgen om dat op de juiste manier te doen en de moed zullen hebben om dat tot het eind toe vol te houden.”

SGP-Kamerlid Dijkgraaf liet weten „in gedachten en gebeden van harte mee te leven met alle nabestaanden.” De strijd tegen de radicale islam moet stevig gevoerd worden, benadrukte Dijkgraaf tevens. „Ook de Nederlandse politiek moet alert, daadkrachtig en volhardend zijn in deze strijd. We weten vanuit het Woord dat wij het kwade niet kunnen uitbannen, maar we hebben wel de verantwoordelijkheid om deze terreur zoveel mogelijk te bestrijden.”

Ook andere Kamerleden reageerden geschokt op de aanslag en betuigden hun medeleven. „Wat een feestdag had moeten zijn, is een dag van verdriet geworden”, zei VVD’er Zijlstra. Roemer (SP) stelde: „Op een dag dat je de vrijheid viert, beroofd worden van je vrijheid. Wat een verschrikking.”