De reden is simpel: het weer. De overvloedige regen in combinatie met een temperatuur van zo’n 20 graden zorgt voor een groei­explosie bij planten. Onkruid tiert welig. Gras groeit gestaag. Dit jaar is het extreem, stelt Boender. „Zo’n groeipiek heb ik de afgelopen vijftien jaar dat ik in het vak zit niet meegemaakt. Daar komt nog bovenop dat we onkruid op verharding niet meer mogen verdelgen met glyfosaat. Dat bezorgt ons ook meer werk.”

Onderhoud van perken vergt –door de groeipiek– meer tijd. In plaats van eens in de vijf weken schoffelen, schroeven hoveniers dat op tot eens per twee weken.

Sommige groenbedrijven komen in de knel met onderhouds­contracten en krijgen boetes. Ze voldoen niet aan de afspraken, vertelt de commercieel manager. „In de groenvoorziening werken we vaker met beeldcontracten. Dat houdt in dat je als hovenier een zekere beeldkwaliteit van de tuin garandeert. Het gras mag bijvoorbeeld maximaal 7 centimeter zijn. En of je dan tien, twintig of dertig keer maait, moet je zelf weten. Dat risico is voor jezelf. Ik hoorde van een hovenier die moest maaien terwijl het drassig was. Je krijgt dan spoorvorming in het gras. Dat wil je niet. Want dan voldoet het ook niet aan de gewenste kwaliteit. De gemeente hield echter voet bij stuk en zette hem onder druk: „Hoe je het maait, maakt mij niet uit. Al doe je het met een nagelknippertje.””

Niet alleen bij het onderhoud, maar ook bij de tuinaanleg zorgt het grillige weer voor extra werk. Opdrachten vallen slecht te plannen of lopen vertraging op. „Wij hebben een grote tuin aangelegd bij woon-zorgcentrum Beth San in Moekapelle. Nadat we in oktober aan de slag gingen, moesten we eind november het werk stilleggen: wateroverlast na regen. Half januari konden we weer aan de slag. Vervolgens hebben we de grondlaag waardoor het water niet goed wegzakte, belucht. Twee weken na de opening in juni was er weer overlast. Toen waren de buien heel extreem.”

Verheij Integrale groenzorg moet vanwege de drukte extra werknemers inhuren. „Je wilt wel aan je afspraken met de klant voldoen. Normaal heeft het bedrijf zo’n honderd man in vaste dienst plus vijftig ingehuurde krachten. Nu zijn dat er dertig extra. Daarbij komt dat we als beleid hebben om Nederlanders in te zetten: zzp’ers. Maar dit jaar ontkomen we er niet aan om tientallen Oost-Europeanen in te huren.”

Begrip

Opdrachtgevers moeten begrip hebben voor de spagaat waarin groenvoorzieners zich bevinden, vindt Boender. „Niet alles kan. Vooral gemeenten zouden hier rekening mee moeten houden, als ze zien dat je alles op alles zet om te voldoen. Ze werken vaak met normeringen en meten de kwaliteit van de groenvoorziening. Als er iets aan schort, krijg je al snel een boete. Bij dergelijke weersomstandigheden pleit ik voor begrip en communicatie over en weer.”

De extra drukte zou overigens minder zijn als er goed werd geschoffeld. „Sommigen beheersen die techniek niet. Ik durf te stellen: schoffelen is een ambacht.”