De VVD–bewindsvrouw stelt daarbij als „harde voorwaarde" dat ook mensen met lage inkomens in een betaalbare woning terechtkunnen. De Woonbond, die opkomt voor de belangen van de huurders, doet mee aan het overleg.

Bij het overleg is ook Aedes (woningcorporaties) betrokken en twee organisaties van beleggers in vastgoed. Het huidige huurbeleid wordt gezien als een rem op het investeren in huurwoningen.

Ons land telt drie miljoen huurwoningen en voor 95 procent van die huizen geldt een maximale huurprijs. Slechts 5 procent wordt dus verhuurd op de vrije markt en de minister wil dat percentage opschroeven. Dat moet leiden tot verhuizingen van mensen uit goedkopere woningen naar duurdere en meer aantrekkelijke huizen. Zo komen de goedkope huizen vrij voor mensen met lage inkomens.

Ook het woningwaarderingssysteem, waarbij punten worden toegekend aan kenmerken van de woning, moet veranderen. Dit sytsteem is bepalend voor de maximale huurprijs van een woning. De minister wil „verruiming" van de maximaal toegestane huurverhogingen.

De Woonbond wil er in het overleg op toezien, dat huurstijgingen niet te ver boven de inflatie uitkomen. Dat zou de huursubsidie onbetaalbaar kunnen maken voor de overheid.