’Eigen plaats vogelpest in dierziektebeleid nodig’
Vogelpest moet een eigen plek in het dierziektebeleid krijgen. Voorzitter Wolleswinkel van de Nederlandse Organisatie voor Pluimveehouders (NOP) heeft donderdag in een gesprek met de Tweede Kamer over intensieve veehouderij gepleit voor meer erkenning voor de vogelpest.
Volgens Wolleswinkel kunnen de risico’s van de vogelpest niet gelijk worden gesteld met die van mond– en klauwzeer (mkz) en varkenspest. Naast het gevaar voor de volksgezondheid dat de ziekte met zich kan brengen, is de vogelpest ook „de enige" dierenziekte waartegen dieren niet geënt kunnen worden. De NOP–voorzitter bepleitte bij de fracties in de Tweede Kamer daarom dat er „aparte afspraken" over de verdeling van de kosten in geval van een uitbraak komen.
Het ministerie van Landbouw werkt momenteel samen met de sector aan een nieuw convenant dierengezondheidsfonds. Hierin is vastgelegd wie wat betaalt wanneer een besmettelijke dierziekte als mkz of varkenspest uitbreekt. Deze afspraken zijn in 2000 gemaakt en lopen eind van dit jaar af.
Naar aanleiding van de eerste gesprekken stelt Wolleswinkel dat nu ambtelijk „te weinig onderkend wordt dat vogelpest een aparte positie inneemt". Bij de Kamer drong hij er daarom op aan de bijzondere kenmerken van de ziekte in ogenschouw te nemen om zo mogelijk tot afspraken specifiek te komen.