Arbitragehof verwerpt Chinese claims
Het Permanente van Hof van Arbitrage in Den Haag heeft dinsdag de Chinese aanspraken op een groot deel van de Zuid-Chinese Zee afgewezen. De rechten die China misschien had, zijn door het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties uit 1982 komen te vervallen. Verder heeft China met zijn activiteiten de soevereine rechten van de Filipijnen geschonden en het zeemilieu ernstig beschadigd, zei het hof.
China herhaalde dat het de uitspraak naast zich neerlegt en liet weten dat zijn strijdkrachten zijn soevereine en maritieme rechten zullen beschermen. Tegelijkertijd zei het ministerie van Buitenlandse Zaken dat Peking de scheep- en luchtvaart in en boven het gebied niet zal belemmeren en bereid is geschillen rechtstreeks met de betrokken landen vreedzaam op te lossen.
De Filipijnen, Vietnam en Japan waren blij met de uitspraak. De Filipijnse minister van Buitenlandse Zaken Perfecto Yasay riep op tot „terughoudendheid en nuchterheid” en zei aan te sturen op onderhandelingen. De Verenigde Staten maanden alle partijen provocerende uitspraken of handelingen te vermijden. Washington noemde de uitspraak „een belangrijke bijdrage aan het gemeenschappelijke doel van een vreedzame oplossing voor de conflicten in de Zuid-Chinese Zee”.
Door de betwiste wateren wordt elk jaar voor 5 biljoen dollar aan goederen vervoerd. Het gebied is rijk aan vis en er worden aanzienlijke voorraden olie, gas en andere bodemschatten vermoed. China probeerde zijn aanspraken kracht bij te zetten met het aanleggen van kunstmatige eilandjes, op sommige waarvan ook vliegvelden zijn gebouwd. Volgens het hof kunnen hieraan geen exclusieve economische zones van 200 mijl worden verbonden.