Paramaribo: ’s nachts bij de dokter
Eens in de zoveel maanden ga ik met mijn 15-jarige dochter voor controle naar de dermatoloog. Altijd op vrijdag, tussen tien en elf. ’s Avonds, welteverstaan.
En standaard staan we dan tussen halfeen en halftwee ’s nachts weer buiten. Dat is zelfs voor Surinaamse begrippen een ongebruikelijk tijdstip. Doorgaans hebben specialisten ’s morgens of aan het eind van de middag spreekuur. Maar voor de wachttijd maakt het allemaal niet uit, die bedraagt altijd uren.
Ik begrijp nog steeds niet dat artsen er niet in slagen enige orde te scheppen in de chaos. In plaats van dat ze een afsprakenlijstje hebben zodat ze kunnen aangeven hoe laat een patiënt moet komen om voor een overzichtelijke doorstroming te zorgen, laten ze iedereen op dezelfde tijd komen. En dan begint het grote wachten, alsof mensen geen andere dingen te doen hebben, zoals hun werk.
De dermatoloog, dokter Sabajo, is met zijn grijze haar in een staartje een opvallende verschijning. Eigenlijk is hij met pensioen, maar op vrijdagavond heeft hij nog spreekuur. Soms is hij er niet, maar we bellen hem altijd vooraf even op zijn mobieltje om er zeker van te zijn dat we niet voor niets komen. Hij neemt zijn telefoon altijd op, wat bij collega-specialisten ondenkbaar is. Alleen dat al maakt hem bijzonder.
De wachtkamer waar we onze beurt afwachten, roept bij mij het beeld op van een Parijs metrostation zoals ik mij dat herinner uit de jaren zeventig van de vorige eeuw: kil, sfeerloos en zelfs een beetje eng. Met lange, ongemakkelijke banken waar de patiënten op kunnen zitten totdat ze aan de beurt zijn. Aan de muren hangen verweerde posters die vertellen dat je beter niet kunt roken, moet oppassen dat je geen hiv oploopt en hoe je tuberculose en lepraverschijnselen zelf kunt herkennen.
De ruimte is bovendien vergeven van de muskieten. Dat is best vreemd voor een medische instelling, zeker in een tijd dat de halve wereld in paniek is om het zikavirus, waarvan de overdragende muskiet ook in Suriname floreert.
Dokter Sabajo heeft buiten zijn spreekkamer een A4’tje hangen waarop zijn patiënten hun naam moeten invullen, zodat iedereen weet hoeveel wachtenden er nog voor hem of haar zijn. Als wij arriveren is de bij het lijstje behorende pen meestal verdwenen, maar dat maakt niet zo veel uit: we zijn toch altijd de laatste. Als we aan het begin van de nacht aan de beurt zijn, ontvangt Sabajo ons echter steevast met open armen.
Mijn dochter, doorgaans geen fan van artsen, voelt zich direct op haar gemak. Elke handeling, zelfs de meest simpele zoals het pakken van een pleister, gaat gepaard met een begeleidend verhaal. Hij neemt de tijd, en welke arts doet dat tegenwoordig nog voor zijn patiënten? Dat zijn spreekuur daardoor zo uitloopt, nemen we op de koop toe.
We maken een nieuwe afspraak voor over twee maanden. We kijken alweer uit naar ons volgende bezoek.