Hennis: de vijand komt uit het stopcontact
In een poging de voedingsbodem voor terrorisme te verkleinen, intensiveert de NAVO haar activiteiten in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Sleutelwoord is het vergroten van de stabiliteit in die regio’s. Regeringsleiders en staatshoofden stemden op de NAVO-top in Warschau zaterdag ook in met maatregelen in de strijd tegen terreurorganisatie Islamitische Staat.
NAVO-chef Jens Stoltenberg sprak van het „terugduwen” van gewelddadig extremisme. „De instabiliteit in de regio heeft een directe invloed op onze samenlevingen. De omvang van de uitdaging vraagt dat we direct actie ondernemen.”
Zo gaat het militaire bondgenootschap het Iraakse leger voortaan trainen in Irak zelf in plaats van in Jordanië. Ook mag informatie die AWACS-radarvliegtuigen van de NAVO verzamelen in het vervolg worden gedeeld met de door de VS geleide anti-IS-coalitie. De NAVO-lidstaten beloofden ook meer inlichtingen te gaan uitwisselen over terroristische dreigingen.
Daarnaast blijft de alliantie het Afghanistan ondersteunen, met 12.000 man in de missie Resolute Support en het financieren van de Afghaanse strijdkrachten. De NAVO staat verder klaar om Libië te helpen om terrorisme tegen te gaan. Op zee wordt de inzet ook intensiever. Advies en training in de regio, ook in landen als Georgië en Moldavië, moeten hun weerbaarheid vergroten.
Een digitale aanval op een lidstaat wordt voortaan gezien als een aanval op allen. Niet alleen Rusland, maar ook IS weet hoe cyberaanvallen op bijvoorbeeld banken of energievoorziening uit te voeren, aldus minister Jeanine Hennis (Defensie). „Dat is het slagveld van nu eigenlijk al, maar in ieder geval van morgen. De vijand komt uit het stopcontact. Zo is het, daar kunnen we niet omheen.”
De vraag of de wereld veiliger is geworden na de NAVO-top wilde premier Mark Rutte niet met ja of nee beantwoorden.