Barbecue met klikorace voor de kids in Amersfoorts hofje
Ze wonen al 28 jaar in het Dreyershofje, pal naast de oude binnenstad van Amersfoort. Theo van Delft en Marijke Schurink kunnen zich geen mooiere plek voorstellen. „We hebben, samen met een buurvrouw, afgesproken dat we hier nooit meer weggaan.”
Twee poorten. Eén aan de ene kant, één aan de andere kant. Oude bomen. Kleine huizen; dertig in totaal. Een kinderspeelplaats. Sfeer. Rust. Het met zon overgoten Dreyershofje is deze donderdagochtend een oase.
Op nummer 9 wonen Theo van Delft (54) en zijn vrouw Marijke Schurink (53). Ze kennen elkaar van de kunstacademie in Amersfoort. Schurink: „Dat we hier in 1988 zijn gaan wonen, was een logische stap. Theo kreeg dit huisje aangeboden als atelier toen hij afstudeerde.”
Wijs besluit
Van Delft: „Het was op dat moment niet de meest sociale, veilige plek om te wonen. De postbode durfde het hofje niet meer op. De gemeente moest er iets mee en dacht: Laten we de huisjes verhuren aan kunstenaars. Dan krijgen we een ander soort bewoners en verandert de sfeer vanzelf. Dat bleek een wijs besluit.”
Het echtpaar kreeg twee kinderen. Hoewel de huisjes eigenlijk te klein zijn voor een gezin, overwoog het stel nooit om te verhuizen. „We hebben de kamer zelf uitgebouwd. Dat kostte een stuk van onze achtertuin, maar daardoor hadden we genoeg leefruimte voor vier personen. We zijn de enigen in het hofje die zo’n uitbouw hebben. Het zou nu niet eens meer mogen.”
Er woonden meer jonge gezinnen in het Dreyershofje. Schurink, afkomstig uit Oldenzaal: „Tijdens de jaarlijkse barbecue organiseerden we voor alle kinderen een klikorace in het hofje. En we dronken vaak samen koffie in de zandbak.”
Van Delft –„ik ben een witte neger, geboren op Curaçao”– hecht aan de saamhorigheid in het hofje. „Natuurlijk kun je hier ook op jezelf leven, als je dat per se wilt. Maar handig is het niet. Daarvoor zit je te dicht op elkaar.”
Het echtpaar heeft met alle bewoners van het hofje contact. „Als er nieuwe mensen komen, brengen we een bloemetje. Soms eten we ’s avonds voor het huis, omdat we daar dan de zon hebben. Dan heb je snel een praatje met iemand die voorbijkomt. De buurman van een paar huizen verderop onderhoudt onze auto en een andere buurman verzorgt elk jaar onze belastingaangifte. We hebben een mailgroep met alle bewoners en beheren gezamenlijk een ladder.”
Met lede ogen ziet het echtpaar aan wat er de laatste jaren met de huisjes gebeurt. „Zodra er iemand vertrekt, wordt de woning van onder tot boven gestript, komt er centrale verwarming in en een nieuwe trap. Prachtig, maar daarna gaat de huur omhoog van 300 naar 800 euro. Dat is veel geld voor een klein huisje, want dat blijft het. Gelukkig zitten wij hier nog voor de oude prijs.”
Van Delft en Schurink maken mooie én verdrietige dingen mee in hun hofje. „Toen een oude bewoner hulpbehoevend werd, ontstond er spontaan een zorggroep. Theo mocht zelfs geld voor hem pinnen. Maar we hebben ook meegemaakt dat een wat op zichzelf staande bewoonster twee weken dood in haar huisje lag voordat het werd ontdekt. Dat was ontnuchterend.”
Hun woning heeft twee verdiepingen. Op de bovenste bevindt zich alleen een zolderkamer. Van Delft: „We hebben een volledig huis, maar alles is klein. Noem het een miniatuurwoning. Het huis beweegt mee met onze levensomstandigheden. We kunnen de indeling makkelijk aanpassen. Als we straks door ouderdom niet meer naar boven kunnen, gaan we beneden in de uitbouw slapen.”
Meer lucht
Nadelen van het wonen in een hofje? Van Delft: „Ik mis het uitzicht. Aan alle kanten staan huisjes. Ik zou meer lucht willen zien.” Schurink: „Het parkeren is een probleem. De auto moet buiten het hofje blijven. En je woont hier dicht op elkaar. Wij hebben het getroffen. De buurman aan de ene kant is alleen, het jonge stel aan de andere kant zit nooit buiten.”
De hofbewoners, hoewel verschillend, hebben iets gemeenschappelijks, zegt het kunstenaarsechtpaar. „De meesten zijn hoger opgeleid. Maar carrièremakers en mensen die alleen voor het geld leven, tref je hier niet aan.”
Achter hun woning staat een schuurtje. „Onze tuintempel”, wijst Van Delft. „Vanwege onze boeddhistische levenswijze. We proberen een steeds beter mens te worden.”
Verpauperd Amersfoorts hofje herstelt zich
Het Dreyershofje in Amersfoort dateert van 1936/1937. Het heet naar de 18e-eeuwse tabakshandelaar Turbanus Emanuel Dreyer en diens zoon Maurits, die grond op deze locatie bezitten.
Het hofje ligt naast de oude binnenstad van Amersfoort. Aan beide zijden bevindt zich een poort, met twee woningen erin. De dertig huisjes zijn oorspronkelijk bedoeld als sociale huurwoningen voor mensen met een laag inkomen.
In de loop der jaren verpaupert het hofje en krijgt het een niet al te beste naam. Dat geldt ook voor omliggende straten als de Teut en de Coninckstraat.
Vanaf de jaren tachtig in de vorige eeuw verbetert de situatie, mede doordat vrijkomende huisjes worden verhuurd als atelier voor kunstenaars. Tegenwoordig neigt het hofje naar een woonplek voor yuppen.
Vlakbij het Dreyershofje ligt een hofje dat meer bekendheid geniet in Amersfoort: Armen de Poth. Er staat een piepklein kapelletje dat wordt verhuurd voor onder meer huwelijkssluitingen.
Bekijk de video hier
zomerserie Hofbewoners
Dit is de tweede aflevering van een serie portretten van mensen die in een historisch hofje wonen. Vandaag: het Dreyershofje in Amersfoort. Maandag: het Hofje van Pauw in Delft.