Politiek

Fusie openbare en bijzondere school soepeler

Openbare en bijzondere scholen kunnen in de toekomst gemakkelijker fuseren. Staatssecretaris Dekker van Onderwijs stuurde maandag een wetsvoorstel hierover naar de Tweede Kamer. Vijf vragen, vijf antwoorden.

5 July 2016 12:02Gewijzigd op 16 November 2020 04:48
Staatssecretaris Sander Dekker (Onderwijs) brengt een bezoek aan de Achthoek/Ichthus school in Wolphaartsdijk. Op deze school wordt openbaar en christelijk onderwijs informeel gecombineerd.  beeld ANP, Marten van Dijl
Staatssecretaris Sander Dekker (Onderwijs) brengt een bezoek aan de Achthoek/Ichthus school in Wolphaartsdijk. Op deze school wordt openbaar en christelijk onderwijs informeel gecombineerd. beeld ANP, Marten van Dijl

Wat is een samenwerkingsschool?

In het Nederlandse onderwijs bestaan twee schoolsoorten: openbaar onderwijs, dat uitgaat van de overheid, en bijzonder onderwijs, dat uitgaat van het particulier initiatief. Verreweg de meeste bijzondere scholen hebben een religieuze grondslag, dat is bij openbare scholen niet het geval. Er is sprake van een samenwerkingsschool als een openbare en een bijzondere school samengaan in een bestuur. Dekker duidde maandag de samenwerkingsschool aan als „een gemengd huwelijk of een samenlevingscontract.”

Zijn samenwerkingsscholen nodig?

De overheid verplicht scholen niet tot samenwerking; het is een keuze van de scholen en van de ouders. De regeling is bedoeld om opheffing van scholen te voorkomen als ze onder de opheffingsnorm komen. In krimpgebieden daalt het aantal leerlingen soms fors. Daardoor dreigen openbare en bijzondere scholen in een dorp de deuren te moeten sluiten.

Samenwerkingsscholen waren toch al mogelijk?

Dat klopt, maar de voorwaarden ervoor zijn zo strikt dat scholen nauwelijks gebruikmaken van de mogelijkheden. Er zijn wel informele samenwerkingsscholen ontstaan, maar die hebben volgens het ministerie van Onderwijs weinig rechtszekerheid.

Welke maatregelen neemt Dekker om fusies van openbaar en bijzonder onderwijs te vergemakkelijken?

Dat zijn er drie. Allereerst wil de bewindsman de normen voor de totstandkoming versoepelen. Nu kan een samenwerkingsschool tot stand komen als een van de scholen nu of binnen zes jaar volgens de prognose onder de opheffingsnorm dreigt te raken. Straks mag een samenwerkingsschool gevormd worden als een van de scholen op een bepaald moment beschikt over een wettelijk vastgesteld aantal leerlingen. Die norm komt hoger te liggen dan de opheffingsnorm, zodat scholen niet eerst heel klein hoeft te worden.

De tweede verandering is juridisch. Nu mogen samenwerkingsscholen alleen worden gevormd door het bijzonder onderwijs en het samenwerkingsbestuur. Het openbaar onderwijs staat dan meer op afstand. Straks wordt het ook mogelijk dat een stichting voor openbaar onderwijs een samenwerkingsschool in stand houdt.

De derde verandering heeft betrekking op het toezicht. Op dit moment moet er een toezichthoudende rechtspersoon zijn die invloed heeft op het bestuur. In de nieuwe situatie wordt de identiteit niet vormgegeven op bestuursniveau, maar op schoolniveau. Een identiteitscommissie (bijvoorbeeld van docenten en ouders) bepaalt straks op welke wijze er wordt omgegaan met het openbare karakter en de bijzondere identiteit op de school.

Zal er nu een golf van samenwerkingsscholen ontstaan?

De verwachting is dat tientallen scholen de komende jaren zullen kiezen voor een fusie. Voordat de nieuwe regels ingaan, moeten Tweede en Eerste Kamer moeten nog wel instemmen met het wetsvoorstel.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer