College Gouda valt na motie oppositie
Het college van Gouda is maandagavond gevallen, nadat de voltallige oppositie een motie van wantrouwen had ingediend.
De SGP steunde de motie, omdat „we ons niet nog twee jaar voor de gek willen laten houden. Het college beloofde een open bestuursstijl, maar heeft onvoldoende geluisterd naar burgers.” SGP-fractievoorzitter Versteeg spreekt van een „moeilijke afweging.”
Het rommelt al sinds vorige week in de Goudse politiek. De voltallige VVD-fractie stapte donderdag op, na ruzie over steun door coalitiepartijen aan een motie die ertoe opriep zorg te blijven bieden aan kwetsbare kinderen.
Kort daarna eisten de overige coalitiepartijen, D66, PvdA, GroenLinks en Gouda Positief, het vertrek van VVD-wethouder Werger. Zij kondigde maandag haar vertrek aan, waarna ook de andere wethouders zich wilden beraden op hun positie. Zover kwam het niet: de voltallige oppositie inclusief de VVD zegde het vertrouwen in het college op, waarna ook de andere wethouders opstapten.
De ChristenUnie zag geen heil in een minderheidscollege of de optie dat andere fracties zich bij de coalitie voegen. Het politieke klimaat in Gouda was al „rommelig”, zegt fractievoorzitter Krins desgevraagd. De oppositie eist dat er half september een nieuwe coalitie is. Deelname daaraan sluiten de SGP en de CU niet uit.
De coalitie is verbaasd over de motie en spreekt tegenover Omroep West van „een zéér vreemde zet voor de stabiliteit in de stad.” Krins beaamt dat korte pijn „onvermijdelijk” is. Hij denkt dat een coalitievorming is te overzien, omdat het raadswerk in het zomerreces op een lager pitje staat. „Onder druk wordt alles vloeibaar.”