Analyse: belangrijke Amerikaanse koerswijziging in Syrië
Degenen die de afgelopen dagen de media volgden, kwamen plotseling tot de ontdekking dat er in Syrië na het Vrije Syrische Leger en het Leger van de Islam wederom een nieuw leger is opgericht, dat zichzelf trots het Nieuwe Syrische Leger (NSL) noemt.
Dit NSL kwam in het nieuws omdat het op twee plaatsen verpletterend werd verslagen door Islamitische Staat. Allereerst aan de Syrisch-Iraakse grens bij al-Bukamal en vervolgens in zuidelijk Syrië bij al-Tanf. Dit was tevens een zware tegenslag voor de Verenigde Staten, die sinds jaren wanhopig proberen om milities van soennitische Arabieren te formeren – wat steeds jammerlijk mislukte. Het NSL vormde slechts de laatste mislukking in een lange reeks.
Dit gegeven speelde ongetwijfeld mee bij het recente Amerikaanse besluit om in de strijd tegen al-Qaida in Syrië te gaan samenwerken met Rusland. Volgens sommige experts vormde dit besluit zelfs de belangrijkste Amerikaanse koerswijziging in Syrië sinds 2011.
Het Westen streeft ernaar om in Syrië allereerst IS vernietigen en vervolgens de burgeroorlog te beëindigen. Het steeds herhaalde mantra luidde dat hiervoor president Assad diende te verdwijnen, omdat hij wordt gezien als de belangrijkste oorzaak van de oorlog in zijn land.
Bovendien wordt hij direct verantwoordelijk gesteld voor het ontstaan van IS. Jarenlang werd daarom de politiek gevolgd van het bewapenen van gematigde rebellen, die werden geacht zowel tegen Assad als IS te vechten.
Het merendeel van deze gematigde milities wist zich echter alleen maar staande te houden door een vorm van samenwerking aan te gaan met de Syrische tak van al-Qaida, Jabhat al-Nusra. Dit was de belangrijkste conflictbron voor Rusland en de Verenigde Staten. Zo beweerde Rusland dat de Verenigde Staten zelfs gevraagd zouden hebben om Jabhat al-Nusra niet te bombarderen.
De Amerikaanse mededeling dat men thans in Syrië toch een vorm van militaire coördinatie wil met Rusland staat in schril contrast met een brief die enkele weken geleden uitlekte. In deze brief verzochten 51 Amerikaanse diplomaten hun regering juist het Syrische regime en leger te bombarderen. Het risico dat dit in Syrië tot een directe militaire confrontatie kon leiden met Rusland namen ze op de koop toe.
De nu aangekondigde militaire samenwerking met Rusland tegen al-Qaida betekent allereerst dat het gevaar van een dergelijke confrontatie tussen beide grootmachten geweken is. Gehoopt wordt dat Moskou als tegenprestatie meer druk zal gaan uitoefenen op de Syrische president.
Assad heeft in het verleden echter bewezen dat hij zich met Iraanse rugdekking –indien noodzakelijk– niets aantrekt van Russische ‘adviezen’. Van een eventuele Amerikaans-Russische coördinatie tegen al-Qaida in Syrië valt eerder te verwachten dat het de rest van de gewapende oppositie zal verzwakken, die immers vooral afhankelijk is van al-Qaida.