„Brexit vertraagt privatisering RBS”
De privatisering van Royal Bank of Scotland (RBS) loopt minstens twee jaar vertraging op door het besluit van de Britse kiezer om de Europese Unie de rug toe te keren. Dat heeft topman Ross McEwan maandag gezegd in een interview met radiozender LBC.
„Dit is een tegenslag, laten we eerlijk zijn”, zei McEwan. „Ik denk dat we er ten minste een paar jaar achterstand door oplopen.” Door het brexit-besluit zal de Britse economie naar verwachting een fikse opdoffer krijgen. Dat heeft zijn weerslag op de aandelenkoersen van banken, die de afgelopen weken hard onderuit zijn gegaan.
De Britse overheid zag zich in 2008 gedwongen RBS voor enkele tientallen miljarden te nationaliseren. De bank was in problemen gekomen door de kredietcrisis en de dure overname van de internationale zakelijke tak van ABN AMRO, waar ook de nodige lijken in de kast werden aangetroffen. RBS is nog altijd voor bijna driekwart in overheidshanden.
Minister van Financiën George Osborne had het belang in RBS uiterlijk in 2020 geheel verkocht willen hebben. Daarbij werd gerekend op een opbrengst voor de belastingbetaler van zo’n 25 miljard pond. Maar de beurswaarde van de nog altijd verlieslatende bank staat dusdanig onder druk, dat dit bedrag er voorlopig bij lange na niet inzit.
Behalve de lage rente en magere economische vooruitzichten spelen spoken uit het verleden RBS parten. De bank was de afgelopen jaren vele miljarden kwijt aan rechtszaken wegens onder meer manipulatie van rentetarieven en wisselkoersen en de verkoop van ondeugdelijke financiële producten.