Column: Is er hoop?
Er is in christelijke kring sprake van een heuse hype. Er is weer hoop. Hoop voor de kerk. Hoop voor de christelijke politiek. Hoop voor het christelijk onderwijs. Kijk naar de uitgave van recente theologische boeken. ”Geroepen tot hoop” van Gerard de Korte. ”Waar blijft de kerk? Gedachten over opbouw in tijden van afbraak” van Erik Borgman. Het laatste christelijk-sociaal congres (Verus 2016) vond plaats onder de titel ”Hoop voor onze kinderen”. Ik noem de jonge Amsterdamse kerk Hoop voor Noord. Maar ik denk ook aan publieke optredens van de christenpolitici Van der Staaij en Segers. De congresspeech van de CU-voorman droeg de titel ”Politiek van hoop”. De SGP-leider komt in het najaar met een boek waarin „tien goede gesprekken zijn opgenomen over geloof, hoop en liefde.” Deze politici willen vandaag de dag een positieve, hoopvolle boodschap brengen. Als christenen zijn we een minderheid, maar dat is geen reden om in onze schulp te kruipen. We mogen en kunnen fier zijn op de christelijke boodschap.
Nu vind ik dit een aansprekende insteek. Tegenover alle doemverhalen en verstokt achteruitgangsgeloof is het goed om enig tegenwicht te bieden. We kunnen te weinig van God verwachten, maar nooit te veel.
Ondertussen luistert het nauw. We schieten niets op met christelijke peptalk. Onze hoop moet gefundeerd zijn en een Bijbels gehalte hebben. Christelijke hoop heeft niets van doen met een vorm van optimisme. En het gaat helemaal mis als we onze hoop gaan verbinden met onze vermeende frisse inzet of met een soort reformatorische VOC-mentaliteit.
Enige tijd geleden was ik getuige van een felle uitslaande brand in een grote loods. Huiveringwekkend en fascinerend. Wat een vernietigend geweld. De brandweerlieden hielden de omliggende gebouwen nat. Aan de brandende loods deden ze echter niets. „We laten het vuur uitrazen”, zei de brandweercommandant, „dan is het het snelst voorbij.” Dat was best een pijnlijk gezicht. Een groot en strak gebouw ging compleet ten onder. Maar ongetwijfeld had de brandweercommandant gelijk.
Misschien moeten we zeggen dat God ook het kwaad op deze wereld laat uitrazen. De wereld ligt in het boze. Het getuigt van grote oppervlakkigheid om vervolgens op te merken dat er ook nog zo veel moois en goeds te vinden is. Dat is de taal van de seculiere heiden. Hij ontkent met kracht dat de wereld in het boze ligt. Hij erkent op z’n hoogst dat het kwaad ook een plek op de aarde heeft. Hij ziet nog overal lichtpuntjes waarop hij zijn hoop kan gronden. Een christen heeft echter geen hoop voor de wereld. Hij heeft wel hoop op God.
Het is bijzonder dat juist iemand als Miskotte dit als geen ander heeft beklemtoond. Onder meer als hij haarscherp het demonische van het nationaalsocialisme ontleedt. Apart dat dergelijke denkers, met een ander theologisch perspectief dan wij, vaak een dieper inzicht in de tijdgeest hebben dan theologen uit bevindelijk gereformeerde kring. God laat het kwaad en het geweld op aarde uitwoeden, opdat het kwaad ten onder gaat. Miskotte verwijst naar Psalm 92:8, waarin staat „dat de goddelozen groeien als het kruid, en al de werkers der ongerechtigheden bloeien, opdat (!) zij tot in der eeuwigheid verdelgd worden.” Miskotte preekte hierover direct na de Tweede Wereldoorlog, op 9 mei 1945. „Want zie, Uw vijanden, o Heere, want zie, Uw vijanden zullen vergaan.”
Zien wij het niet om ons heen gebeuren? „Het is een boze wereld. Het vuur van haat en geweld brandt hoog, het onrecht is machtig, de duivel dekt met zijn zwarte vlerken een duistere aarde. Spoedig wacht de mensheid het eind van alle dingen. Maar de mensheid bekeert zich niet; de Kerk strijdt, predikers en dichters klagen en vermanen vergeefs” (Huizinga, 1935).
Het kwaad maakt zich steeds breder, terwijl de speerpunt van de haat zich richt op Israël. God laat de teugels van de wereld vieren, opdat die aan deze ruimte stuk gaat. Hij laat het geweld uitwoeden, opdat het te gronde gaat. Met eerbied en ontzag gesproken: God is de hoogste Brandweercommandant, Die het vuur laat uitrazen, opdat er een eind aan komt.
Spreken over hoop is altijd tegen deze gitzwarte achtergrond. Een achtergrond die alle gedachten aan maakbaarheid absorbeert. God gaat Zijn soevereine gang. Op zondag wordt dit geproclameerd. Antichristelijke machten worden dan tot een aanfluiting gemaakt.
In God rust onze hoop. „Het geloof houdt, de toekomst loslatend, de God der toekomst vast” (Miskotte). Maar Hij geeft Zijn antwoord vanuit het onweer (Job 38).
Mr. D. J. H. van Dijk, Lid van de Eerste Kamer voor de SGP.