Christelijke ondernemer denkt pas in laatste instantie aan zichzelf
TEUGE. „Aan die man heb ik niks”, verzucht een kerkelijke ondernemer over zijn pas aangetrokken werknemer die vaker wel dan niet ziek is. De baas probeert zo snel mogelijk van hem af te komen. Peter Schalk: „Dat getuigt bepaald niet van christelijk ondernemerschap.”
Wat maakt een ondernemer christelijk? Die vraag stelde de Verenigde Reformatorische Ondernemingen vrijdag aan de orde op het door hen in Teuge georganiseerde symposium ”Christen in zaken”. „Alleen als iemand werkelijk christen is, vervuld van Christus”, stelde RMU-voorman Peter Schalk in een lezing.
Een christelijke ondernemer heeft in zijn economisch handelen allereerst de eer van God op het oog, zei Schalk, met een verwijzing naar Calvijn. „Daarna richt zijn ondernemen zich op het heil van de naaste. Pas dan probeert hij in zijn levensonderhoud te voorzien.”
Probeert een christen zo veel mogelijk geld te verdienen? Nee, stelt Schalk. „Agur vroeg niet om rijkdom, evenmin om armoede. Hij was bang dat hij in overvloed God zou vergeten en in armoede zou gaan stelen. Daarom wilde hij slechts het noodzakelijke.”
Met geld verdienen is volgens Schalk niks mis, maar met bezit is het oppassen. Hij citeert uit rabbijn Evers’ boek ”Tijd van leven”, waarin de rabbijn stelt dat het bezitten van een auto niet betekent dat de auto „van” jou is maar „voor” jou. Schalk: „Een aansprekende gedachte. Wij beheren slechts de aan ons toevertrouwde goederen.”
Schalk vroeg eens aan iemand van Shell die een lezing gaf over maatschappelijk verantwoord ondernemen waar het bedrijf zijn normen op baseerde. Haar antwoord kwam erop neer dat het gevoelen van de meerderheid dat bepaalde. „Het is heel gevaarlijk als je geen moreel kompas buiten jezelf hebt”, aldus Schalk.
Volgens econoom en journalist Mathijs Bouman, die gevraagd werd op Schalks betoog te reageren, leert de geschiedenis dat het handelsgedrag van christenen lang niet altijd brandschoon is geweest. „Het is betrekkelijk kortgeleden dat christelijke ondernemers naar Afrika voeren om daar slaven te halen.”
Een economie blijft ook zonder geloof in God prima draaien, is Boumans overtuiging. „Al in de 18e eeuw leerde Adam Smith dat als iedereen zijn welbegrepen eigenbelang nastreeft, de hele samenleving daarvan profiteert.”