PGGM hekelt nieuwe pensioenregels
Het Nederlandse pensioenstelsel dreigt te worden gekortwiekt door nieuwe regels. Dat kan leiden tot sociale onrust en te dure pensioenen. Die waarschuwing uitte de directievoorzitter van PGGM, K. Noordzij, dinsdag.
Noordzij vreest een „uitholling van het systeem van binnenuit.” Hij uitte zijn zorgen bij de presentatie van het jaarverslag over 2003. De topman van het pensioenfonds voor de zorg- en welzijnssector wees vooral op de nieuwe financiële eisen die de sociale partners en het kabinet onlangs zijn overeengekomen. Bij een tekort moet een fonds in de toekomst binnen een jaar de financiën weer op orde hebben. „Onrealistisch”, vond Noordzij. „Als wij een herstel van 100 tot 105 procent in twaalf maanden willen realiseren, moet de premie worden verdubbeld.”
Morrelen aan de beleggingsvrijheid voor de pensioenfondsen is volgens de voormalige NS-topman evenmin goed voor de betaalbaarheid van de pensioenen. Als het beleggen in vastgoed of niet-beursgenoteerde ondernemingen aan banden wordt gelegd, zullen de premies met wel 23 procent omhoog moeten. Dat komt doordat de langetermijnstrategieën van het pensioenfonds niet meer onverkort kunnen worden gehandhaafd.
De recent aangetreden PGGM-topman hekelde verder de verschillende oplossingen die zijn aangedragen nadat de pensioenfondsen als gevolg van twee slechte beursjaren in zwaar weer terechtkwamen en onder de verplichte dekkingsgraad zakten. Zo zijn er stemmen opgegaan om de solidariteit los te laten en de premies meer aan het individu aan te passen. „Juist solidariteit blijkt zakelijk het beste pensioen op te leveren”, weet Noordzij. Loslaten van dit principe leidt tot „onbetaalbare premies en wellicht ook tot sociale onrust. En tot een vlucht in andere, duurdere spaarproducten.” Verder neemt de druk op de uitkeringen toe.
Noordzij noemde het Nederlandse stelsel -AOW, pensioenfondsen en individuele aanvullingen- binnen Europa „het beste en betaalbare antwoord op de vergrijzing. Dat de staat als toezichthouder waakt, is op zichzelf juist, maar laat men niet het kind met het badwater weggooien.” De directievoorzitter riep de politiek op zich niet van de wijs te laten brengen door bijzondere economische omstandigheden.
Om die reden verzet hij zich ook tegen de introductie van marktwaardeverplichtingen. „De eis van een vaste dekkingsgraad én de variabele uitkomst van de waardering leiden eveneens tot een vergroting van de blik op de korte termijn.”
PGGM zelf herstelt aardig. Het fonds heeft een goed jaar achter de rug en behaalde in 2003 een rendement van 15 procent. Het pensioenfonds zag het belegde vermogen stijgen tot 53 miljard. Over het eerste kwartaal van dit jaar is een rendement van 3,4 procent behaald.
De dekkingsgraad bedraagt nu 108 procent. Naar verwachting wordt in 2010 de benodigde 120 procent bereikt. Dat is twee jaar eerder dan eerder was gezegd. De premie stijgt de komende jaren wel flink om de buffers weer op te bouwen. PGGM rekent daarbij de komende jaren met een gemiddelde loonstijging van maximaal 1,5 procent en na 2007 met een toename van de lonen met 3,8 procent per jaar.
Directeur beleggingen R. Munsters van het fonds wilde geen prognose geven voor de rest van het jaar. De onzekerheid op de financiële markten is in zijn ogen nog groot: „Er valt geen peil op te trekken.” Munsters is blij als het rendement iets boven de langetermijnverwachting van PGGM uitkomt. Die staat sinds 2003 op 7,8 procent.
De werkgelegenheid bij PGGM zal de komende drie tot vier jaar verder teruglopen. Het bedrijf maakte bekend een kwart van de banen bij het zogeheten pensioenbedrijf te schrappen, negentig arbeidsplaatsen. De directie hoopt dat dit zonder gedwongen ontslagen kan plaatsvinden.
Begin dit jaar kondigde het fonds al aan dat bij de automatiseringsafdeling rond de honderd mensen moeten vertrekken, van wie enkele tientallen gedwongen. Bij PGGM werken in totaal 1200 mensen. Het zorgfonds is na het ABP in omvang het tweede pensioenfonds van Nederland.