Nabestaanden: goede beslissing krijgsraad
PARAMARIBO (ANP). De advocaat van de nabestaanden van de slachtoffers van de Decembermoorden, Hugo Essed, vindt dat de krijgsraad een goede beslissing heeft genomen door het proces over deze moorden te verdagen naar 5 augustus. „De krijgsraad heeft gedaan wat ze moest doen. Er is dus geen sprake van stopzetting”, concludeert Essed.
Aanklager Roy Elgin heeft de krijgsraad in Suriname gevraagd het proces te stoppen. Daarin is oud-legerleider en huidig president van Suriname, Desi Bouterse, hoofdverdachte.
Het proces gaat over de moord op veertien Surinamers en een Nederlander op 8 en 9 december 1982 in Suriname. De slachtoffers waren tegenstanders van het toenmalige militaire regime van Bouterse. Ze werden voorafgaand aan hun dood ook gemarteld.
Eigenlijk had Elgin donderdag zijn strafeis tegen onder meer de Surinaamse president moeten uitspreken. Bouterse heeft dit weten te voorkomen door het besluit te nemen om de procureur-generaal opdracht te geven zijn vervolging in dit proces stop te zetten.
Essed vindt dat er door het besluit van Bouterse opnieuw sprake is van inmenging in een lopende zaak, net als in 2012 het geval was toen het parlement de amnestiewet aannam. „Dit is een schoolvoorbeeld van inmenging. De krijgsraad kan dus dezelfde argumenten gebruiken om het proces door te laten gaan”, aldus de advocaat.
Essed vindt de reacties uit de samenleving op de actie van Bouterse „bemoedigend. ,Mensen beginnen door te krijgen dat hij zijn eigen hachje aan het redden is en deze beslissing niet heeft genomen in het belang van de staat. Ook van medestanders van Bouterse hoor ik dat.”
Irwin Kanhai, advocaat van Bouterse, noemt het argument inmenging „gelul”. Hij vindt dat het parlement, de volksvertegenwoordiging, het recht heeft amnestie te verlenen. Wat hem betreft moet het proces gestopt worden.