Twee soorten
U moet weten dat alle mensen vanwege hun aangeboren verdorvenheid van nature voor God zondaren en goddelozen zijn. Maar de Schrift spreekt over twee soorten zondaren. Er zijn zondaren die hardnekkig in hun zonden voortgaan en zich niet tot God willen bekeren. Van zulke zondaren verhoort God het gebed niet. Ook zijn er boetvaardige zondaren die door Gods hand door kruis en druk vernederd en verootmoedigd zijn. Zij nemen door bidden en smeken hun toevlucht tot God en worden door Hem verhoord. Van deze zondaren spreekt David in Psalm 10:17: „Heere, Gij hebt de wens der zachtmoedigen gehoord…”Zie, bekeerde zondaren vinden genade bij God en worden door Hem verhoord, want Christus is gekomen om zondaren te roepen tot bekering. Hij is gekomen om boetvaardige zondaren zalig te maken. Er zijn twee soorten goddelozen. Zij die zeggen tegen God: Wijk van ons, want aan de kennis Uwer wegen hebben wij geen lust. Zij lasteren liever de wet van God dan dat zij de zonde laten. Zij haten liever God dan dat zij hun schelmstukken verlaten.
Er zijn ook zulke goddelozen die door genade boetvaardig zijn geworden. Zulke die tot God zeggen: Wij hebben gezondigd, wij hebben gedaan wat kwaad is in Uw ogen. Zulke ootmoedige en bekeerde goddelozen is God genadig. Hij wendt Zijn oor van hun gebed niet af.
Jacobus Sceperus, predikant te Gouda (Schatboeck der Onderwysingen voor Kranckenbezoekers, 1670)