Scheidend zorgbestuurder Norschoten: Je moet een beetje een doorzetter zijn
BARNEVELD. Bram Roggeveen (68) kon drie jaar geleden al met pensioen. De raad van toezicht van zorgorganisatie Norschoten vroeg de directeur-bestuurder echter aan te blijven tot de nieuw- en verbouw van de locatie Barneveld was afgerond. Vrijdag zwaait hij met een gerust hart af.
„Ja”, glimlacht Roggeveen in zijn werkkamer, „de aannemer is echt klaar.” Zelfs de tijdelijke units die de christelijke verpleeghuisinstelling liet plaatsen, zijn niet meer nodig. Norschoten verkocht ze aan thuiszorginstelling Aafje uit Rotterdam, waar ze binnenkort weer worden opgebouwd.
Tijdens de verbouwing werden van alle meerpersoonskamers eenpersoonsappartementen gemaakt. Roggeveen noemt het een kwestie van anticiperen en renoveren. „Zorgverzekeraar Menzis, waarmee wij hier in Barneveld te maken hebben, vergoedt ons de kosten van het wonen én die van de verpleeghuiszorg. In de toekomst wordt dat echter mogelijk gescheiden. De verzekeraar dekt dan alleen de zorgkosten, terwijl de cliënt de huur betaalt. Vooruitlopend daarop wilden we zorgen voor eigentijdse appartementen met badkamer en kookgelegenheid. Dat betekende dus: renoveren. Meerpersoonskamers vinden wij vanuit het oogpunt van privacy niet meer van deze tijd.”
Nogal wat zorgbestuurders klagen dat de overheid in de zorg een jojobeleid voert. Roggeveen reageert, met een milde glimlach: „Je moet inderdaad wel een beetje van doorzetten weten. Dit verpleeghuis was nog niet opgeleverd of we moesten de Tweede Kamer al brandbrieven sturen. Op basis van nieuwe ramingen kregen we opeens een bouwstop opgelegd, terwijl de vergunning van het ministerie van VWS al binnen was. Ik dacht spontaan terug aan de uitspraak van een hoge ambtenaar van dat ministerie, toen ik daar ruim dertig jaar geleden zelf werkte. Steeds als de minister met een stuk kwam, vroeg hij: „Is dat beleid of is er over nagedacht?”
Zou de scheidend bestuurder oud willen worden binnen zijn eigen zorgorganisatie, die verdeeld over 10 locaties op de Veluwe inmiddels zo’n 300 bedden telt? Roggeveen: „Ik kan me er eerlijk waar nog geen voorstelling bij maken. Eén ding weet ik wel: God leidt het leven. Ziekte en gezondheid liggen beide in Zijn hand. Job mocht zeggen: „Doch mijn oog druipt tot God.” Dat mocht ik bewoners die worstelden met eenzaamheid of pijn weleens voorhouden. Jobs tranen vielen omhoog. Daarin ligt troost.”
Roggeveens opvolger, Karin Breuker, was zeven jaar directeur medische en verpleegkundige zorg bij Opella in Ede en maakte daarvoor carrière in de advocatuur. Op Roggeveens verzoek schuift ze aan bij het gesprek. De ouderenzorg thuis en intramuraal steeds verder blijven verbeteren, is Breukers missie. „Mensen kunnen langer in hun vertrouwde omgeving blijven als zorginstellingen en de thuiszorg hun samenwerking intensiveren. En door te investeren in stimulerende en belevingsgerichte zorg geven we verpleeghuisbewoners nog meer comfort. In de samenleving leeft sterk het idee dat je als het even kan niet in een verpleeghuis moet eindigen. Het is aan ons om dat beeld bij te stellen.”