Boef gaat na straf minder vaak weer in fout
DEN HAAG (ANP). Het percentage boeven dat binnen twee jaar na een straf opnieuw in de fout gaat is in tien jaar tijd afgenomen. In 2012 was het 25 procent terwijl het in 2002 nog 29,2 procent was.
Dat blijkt uit onderzoek door het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC). Staatssecretaris Klaas Dijkhoff (Justitie) heeft de resultaten dinsdag naar de Tweede Kamer gestuurd.
Onder daders die in de gevangenis hebben gezeten is de afname het grootst. Van alle volwassenen die in 2012 een gevangenis verlieten, kwam ruim 47 procent binnen twee jaar opnieuw met justitie in aanraking na een misdrijf. In 2002 was dit nog 55 procent.
Ook bij daders die een werkstraf kregen of onder toezicht stonden is de kans kleiner dat ze snel opnieuw in de fout gaan. In 2012 was dit bijna 40 procent, terwijl het in 2002 nog ruim 55 procent was.
Doordat daders minder vaak in herhaling vallen, belanden er ook steeds minder mensen in de gevangenis.
Staatssecretaris Dijkhoff denkt dat de maatregelen tegen de zogenoemde recidive (terugval), zoals de aanpak van criminele jeugdgroepen, effect hebben gehad. De onderzoekers weten echter niet zeker of de cijfers bewijzen dat de maatregelen hun vruchten hebben afgeworpen.
Volgens hen zijn er ook andere verklaringen mogelijk. Zo is de criminaliteit in het algemeen gedaald, maar kan het ook zijn dat de afname het gevolg is van de aanpak en registratie van de delicten door politie en justitie.