Extreem weer: is dit een nationale ramp?
SOMEREN. Hagelstenen ter grootte van tennisballen richtten vorige week in Limburg, Noord-Brabant en Gelderland een enorme ravage aan. Gedupeerden, vertegenwoordigd door de Land- en Tuinbouw Organisatie (LTO), willen dat de overheid de gevolgen van het noodweer uitroept tot nationale ramp.
Door het extreme noodweer liggen in de getroffen regio’s tal van stallen en kassen in puin. Veel gewassen staan te verpieteren in de met water verzadigde akkers.
Wat voorzitter Léon Faassen van de Limburgse Land- en Tuinbouwbond betreft kan wat vorige week in zijn provincie is gebeurd zeker tot nationale ramp worden bestempeld. „Veel ondernemers hebben hulp nodig om hun bedrijf te redden, anders gaan ze letterlijk kopje-onder”, zegt de Limburger.
Zijn collega Hans Huijbers, voorzitter van de Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (ZLTO), liet zich evenmin onbetuigd. Hij is er zeker van dat de uiteindelijke schade in totaal zal oplopen tot meer dan een half miljard euro. „De overtollige regen is een sluipmoordenaar, de indirecte schade of vervolgschade zal straks hoog oplopen.”
Beide organisaties dringen er met de Land- en Tuinbouw Organisatie bij het kabinet op aan om de zeer ingrijpende gevolgen te bestempelen als een nationale ramp , zodat de Wet tegemoetkoming schade in werking kan treden.
„Al het mogelijke moet worden gedaan om te voorkomen dat bedrijven als gevolg van deze calamiteit omvallen”, zo concludeerde LTO-voorzitter Albert Jan Maat gistermiddag in Someren. Daar bespraken LTO Nederland, ZLTO en LLTB bij een gedupeerd bedrijf de stand van zaken met vertegenwoordigers van onder andere verzekeringsbedrijven en het ministerie van Economische Zaken.
Woensdag brengt staatssecretaris Van Dam van Economische Zaken een bezoek aan de getroffen regio. Of het kabinet meegaat in de wens van de land- en tuinbouworganisaties is nog niet bekend. Het ministerie van Economische Zaken was vanmorgen niet bereikbaar voor commentaar.
Het Nationaal Rampenfonds heeft sinds vanmorgen contact met de overheid over de schade die door het noodweer is ontstaan. Dat zei ambtelijk secretaris Wyke Ruedisulj dinsdagmorgen desgevraagd. „Eerst zijn verzekeraars en de overheid aan zet. Er is een Wet tegemoetkoming schade die de afwikkeling regelt van nationale rampen. Wij komen pas in actie als er geen regeling is waar gedupeerden een beroep op kunnen doen.”
Dat het Nationaal Rampenfonds met de overheid communiceert over iets wat een ”nationale ramp” kan worden genoemd, is uitzonderlijk, zegt Ruedisulj. „Ik ben sinds 2008 secretaris en het is voor het eerst dat ik dit meemaak.”
Wanneer noemt het Nationaal Rampenfonds een ingrijpende gebeurtenis ”nationale ramp” en hoe vaak komt het voor? Niet zo gauw, aldus Ruedisulj, en harde criteria ervoor zijn er niet. „De laatste keer dat het Nationaal Rampenfonds in actie kwam was vanwege de vuurwerkramp in Enschede in 2000.”
Ook veel regen in buitenland
Een Franse boer in het departement Île de France ving eerder deze maand een karper op zijn ondergelopen land. De man zette de vis voor het oog van een draaiende camera terug in de rivier de Seine. Het beeld illustreert dat ook andere landen te kampen hebben met extreme wateroverlast.
De Franse ministerraad heeft afgelopen weken al in meer dan duizend gemeenten de watersnood erkend als natuurramp. Dat is goed nieuws voor boeren en tuinders, want die kunnen dan door het nationale rampenfonds worden gecompenseerd voor de geleden schade.
In Duitsland hebben diverse lokale overheden al aangekondigd geld opzij te zetten voor getroffenen. Sommige bedrijven krijgen zelfs volledige inkomenssteun als gevolg van de wateroverlast.
In België is de waterschade inmiddels de 100 miljoen euro ruim gepasseerd. Evenals in Nederland roepen gedupeerden daar de overheid op om de wateroverlast te erkennen als natuurramp.