Binnenland

Slag bij Hastings had 950 jaar geleden plaats

Omdat hij een onechte zoon was, heette hij Willem de Bastaard. Toen hij later als hertog van Normandië in 1066 het Kanaal overstak en in de slag bij Hastings de Engelse koning Harold versloeg, werd het Willem de Veroveraar.

27 June 2016 20:01Gewijzigd op 16 November 2020 04:33
Het oude gerechtsgebouw in Pevensey draait voor een belangrijk deel om  Willem en zijn overwinningstocht. Hier curator Peter Harrison die alles weet van Pevensey en van Willem de Veroveraar die hier 950 jaar geleden voet aan wal zette. beeld RD, Henk Viss
Het oude gerechtsgebouw in Pevensey draait voor een belangrijk deel om Willem en zijn overwinningstocht. Hier curator Peter Harrison die alles weet van Pevensey en van Willem de Veroveraar die hier 950 jaar geleden voet aan wal zette. beeld RD, Henk Viss

Geweld krijgt Willem, geboren in 1027 of 1028 in Falaise, als het ware met de paplepel ingegoten. Hij groeit op in het Franse Normandië, een gebied waarvan de naam is afgeleid van de Noormannen, die het gebied in 911 veroverden. Willem is een afstammeling van deze Vikingen.

Willem is de buitenechtelijke zoon van hertog Robert I van Normandië en Herleve de Conteville, de dochter van een leerlooier. Ondanks het feit dat hij een onecht kind is, is hij toch de favoriet van zijn vader. Uit jaloezie worden er verschillende aanslagen op zijn leven gepleegd. Om het vege lijf te redden bekwaamt Willem zich in zwaardvechten. Met zijn 1,80 meter is hij voor die tijd een boom van een vent.

Willem volgt zijn vader op als hij nog maar acht jaar oud is. Veel edelen kunnen niet leven met de gedachte dat ze een bastaard moeten dienen. Nieuwe aanslagen volgen. Willem stijgt in aanzien als hij in 1047 de veldslag bij Val-ès-Dunes wint.

Als Willem zijn positie in Normandië heeft versterkt, krijgt hij belangstelling voor Engeland. In Engeland heerst op dat moment de kinderloze Edward de Belijder. Willem en Edward kennen elkaar omdat Edward voor zijn kroning een aantal jaren in Normandië heeft doorgebracht.

Maar terwijl Willem korte metten maakt met zijn tegenstanders, slaagt Edward daarin niet. Voortdurend heeft hij met invallen van Vikingen te maken. Edward wordt bijgestaan door Harold Godwinson, de graaf van Wessex. Als Edward in 1066 overlijdt, kiezen de ridders Harold tot koning.

Willem reageert als door een wesp gestoken. Harold kan nooit de wettige koning zijn, omdat Edward in het verleden hem, Willem, tot zijn opvolger heeft benoemd. Bovendien zegt Willem dat Harold twee jaar daarvoor op twee relikwieën plechtig had gezworen dat hij na Edwards dood Willems aanspraak op de Engelse troon zou steunen.

Willem probeert snel een leger op de been te brengen. Begin augustus is hij zover. Een vloot van 700 schepen moet een troepenmacht van circa 7500 man over het Kanaal vervoeren. Het is een bont gezelschap. De mannen komen uit Normandië, maar er zijn ook huurlingen uit Vlaanderen en zelfs uit Zuid-Italië. Paus Alexander II wijdt speciaal een vaandel voor de troepen in. De strijd krijgt het karakter van een kruistocht, al is het de meeste mannen toch puur om de buit te doen.

Aan de andere kant van het Kanaal, in Engeland, brengt Harold ook een leger op de been. Willem wacht met de oversteek tot hij hoort dat Harold zijn strijdmacht wegens verzorgingsproblemen moet ontbinden. Dat gebeurt op 8 september.

Maar dan zit het Willem tegen. De gunstige wind die nodig is om het Kanaal over te steken blijft uit. Tegelijkertijd is het zijn geluk. Want in de tussentijd valt de Noorse koning Harald Hardrade Engeland binnen. Harold brengt het leger weer op de been en maakt een einde aan de dreiging van de Vikingen, die eeuwenlang de Engelse kusten hebben geplunderd. De prijs is hoog voor Harold. Vooral de strijders met de grote bijlen, de zogenaamde housecards, hebben gevoelige verliezen geleden.

Op 27 september steekt Willem vanuit Dives-sur-Mer het Kanaal over. Hij landt bij Pevensey, waar hij de Romeinse vesting van een binnenmuur voorziet zodat zijn troepen veilig zijn. Dan trekt hij op naar Hastings.

De twee legers, 8500 man van Harold tegenover 8000 man van Willem, ontmoeten elkaar op een heuvel, Senlac Hill, zo’n 10 kilometer ten noordwesten van Hastings. De plek waar de slag woedt heet nu Battle. Dat de slag naar Hastings is genoemd, is omdat dit de dichtstbijzijnde stad was.

Als de strijd begint is Willem in het voordeel. De troepen van Harold zijn nog uitgeput van de vorige veldslag. Bovendien beschikt Willem over ruiters. De strijd duurt de hele dag. Uiteindelijk hebben de troepen van Willem de overhand. Als Harold door een pijl in zijn oog zwaar wordt verwond, is de strijd gestreden. Willems troepen omsingelen en doden hem.

Paus Alexander II geeft Willem bevel een klooster te bouwen op het slagveld en het de naam Battle Abbey te geven. Volgens de overlevering staat het altaar van de kerk van Battle Abbey exact op de plaats waar Harold stierf.

Willem trekt na de veldslag door naar Dover en Canterbury. Eind november heerst hij over het zuidoosten van Engeland. Begin december omsingelt hij Londen. De stad geeft zich over. Op eerste kerstdag laat Willem de Veroveraar zich in Westminster Abbey kronen tot koning van Engeland. De hele ceremonie gebeurt volgens de Angelsaksische traditie. Willem wil niet als een buitenlands heerser optreden maar als de legitieme opvolger van Edward.

Eenmaal aan de macht onteigent Willem de Engelse adel. Hun land geeft hij aan Normandische ridders. Ongeveer 5000 Normandische ridders vormen zijn machtsbasis in een land met naar schatting 1,5 miljoen inwoners.

Willem maakt zich niet geliefd bij het volk. Dit hangt voor een deel samen met het invoeren van de doodstraf voor stropen. Verschillende opstanden slaat Willem neer. Voor zijn veiligheid en die van zijn ridders bouwt hij overal kastelen.

Tegen het eind van zijn regering voert Willem een volkstelling uit. Hij maakt een compleet overzicht van alle bezittingen in het land en hun eigenaren. Dit werk, het Domesday Book, wordt gezien als zijn meest beroemde daad.

In 1087 vertrekt Willem naar Frankrijk om iets aan zijn figuur te doen. Hij is extreem dik en vaak wordt de spot met hem gedreven. Onderweg raakt hij in gevecht met Franse troepen. Hij raakt gewond aan zijn buik en sterft. In de Stephanus Abdij in Caen wordt hij begraven.

2016

De slag bij Hastings was voor de middeleeuwen een enorme veldslag. Wat is er in Engeland anno 2016 nog van te zien? En hoe denken de Engelsen over die Normandiër die de troon veroverde? Valt er na 950 jaar wel wat te vieren?

Battle is een prachtig plaatsje in het zuidoosten van Engeland. Het dorpsbeeld wordt gedomineerd door de abdij die Willem hier liet bouwen na zijn overwinning in 1066 op Harold. „Hij liet de heuvel er speciaal voor aftoppen”, vertelt Nik Barrie, medewerker van de National Trust, de vereniging die het Britse erfgoed beheert.

Vooral het poortgebouw is een enorme blikvanger. In het eeuwenoude bouwwerk is een permanente tentoonstelling aan de beroemde slag gewijd. Vanuit de abdij is er geweldig zicht op het golvende terrein waar de bloedige slag heeft gewoed. „Het landschap moet er nog net zo uitzien als negenenhalve eeuw geleden”, zegt Barrie.

Onder aan de heuvel loopt een wandelroute. Steeds houdt de wandelaar de abdij in het oog. „Het is eigenlijk onvoorstelbaar dat hier in het verleden zo is gevochten”, aldus Barrie. „Ik kom hier al vele jaren, maar ik verbaas met er nog altijd over.”

Op een paar honderd meter afstand van de abdij ligt nog een museum dat aan de geschiedenis van Battle is gewijd. „In dit jubileumjaar staat zo goed als alles in het teken van de veldslag”, zegt Sarah Hall, de beheerder van het museum, waarvan de toegang gratis is. „We vragen om een bijdrage. Dat is alles.”

In het kleine museum is een replica van het zogenaamde tapijt van Bayeux te zien. „Het originele werk mag dan in Normandië hangen, het is wel hier in Engeland geborduurd”, zegt Hall.

Het echte doek is een 70 meter lang geborduurd wandkleed dat de geschiedenis van Willem de Veroveraar weergeeft. Hall: „Het is in feite het oudste ooggetuigenverslag van het gebeuren. De slag is niet opgeschreven door mensen die de slag bijwoonden. Alles is pas later opgetekend en van die verslagen is het tapijt het oudste verslag.”

„Wie het ziet moet in zijn achterhoofd houden dat het in feite een stuk propaganda is”, voegt Hall eraan toe. „De geschiedenis, vooral in die tijd, werd geschreven door de overwinnaars. Neem de pijl die Harold in zijn oog kreeg. Het is zeer de vraag of dat is gebeurd. Waarschijnlijker is het dat hij in stukken is gehakt. Iemand met een pijl in het oog staat symbool voor een verrader.”

Hall loopt door naar wat ze noemt „het pronkstuk van het museum.” Ze houdt halt voor een glazen vitrinekast waarin een roestige bijl ligt. „Dit is het enige spoor dat hier gevonden is en dat herinnert aan de slag. Het is gevonden in 1950. Er zat een lange steel aan waarmee ze ruiters op hun paard konden treffen. Die waren er dan ook beducht voor.”

Meer is er niet gevonden?

Beslist: „Dit is alles.”

Natuurlijk is er meer in het zuidoosten van Engeland dat aan Willem en zijn overwinningstocht herinnert. Pevensey bijvoorbeeld, de plaats waar Willem met zijn schepen landde. In 1066 lag het stadje nog aan zee, maar door het aangeslibde land ligt de plaats nu meer dan een kilometer van het water verwijderd.

De Romeinse vesting die Willem in 1066 aantrof en die hij liet ombouwen tot een kasteel is er nog altijd, of beter gezegd: de muren staan er nog altijd. Voor een paar ponden valt de binnenplaats van de vesting te bezichtigen. Het is bijna onvoorstelbaar dat de vesting, 2000 jaar geleden gebouwd door de Romeinen en 1000 jaar later gebruikt door Willem de Veroveraar, er nog altijd staat.

Pevensey is net als Battle prachtig. Ook hier herinnert veel aan de slag bij Hastings. Zelfs het oude gerechtsgebouw draait voor een belangrijk deel om Willem en zijn overwinningstocht. Het pronkstuk is de curator, Peter Harrison. Hij weet alles van Pevensey en van Willem, die hier 950 jaar geleden voet aan wal zette. Hij is net als de beheerder van het museum in Battle iemand van de nuance. Zijn openingswoorden zijn bijna hetzelfde als die van zijn collega in Battle. „Vergeet niet dat geschiedenis, dus ook de slag bij Hastings, door de overwinnaars wordt geschreven en niet door verliezers. Het gegeven dat Edward de Belijder de troon aan Willem heeft beloofd, is absoluut niet zeker.”

Bent u wel blij met Willem?

Harrison: „Het gaat erom dat Harold eeuwenlang als een verrader is neergezet. En het is de vraag of hij dat wel was. Nu wordt verteld dat Harold in 1064 met zijn handen op twee relikwieën in de kathedraal van Bayeux plechtig had gezworen dat hij na Edwards dood Willems aanspraak op de Engelse troon zou steunen. Niemand weet of hij dat heeft gedaan. Volgens de overlevering droeg Willem de relikwieën om zijn hals toen hij ten strijde trok. Maar wat is waar? Feit is dat Harold de laatste Angelsaksische koning was.”

Nogmaals, bent u wel blij met Willem?

Harrison: „De Angelsaksische periode heeft in de geschiedschrijving geen gunstige reputatie. De oud-Engelse samenleving wordt als armzalig en primitief gezien. En dan wordt gezegd dat we werden geregeerd door obscure koningen die van de ene ramp naar de andere sukkelden en niet in staat waren de nationale veiligheid te garanderen. Zij moesten, volgens die visie, terecht plaatsmaken voor de viriele Normandiërs. Daar valt wel wat op af te dingen.”

U bent niet blij met Willem.

Harrison: „Ik citeer dan altijd Churchill, die zei: „Willems overwinning verbond de geschiedenis van Engeland opnieuw aan die van Europa. Voortaan trok Engeland op met de volken en landen ten zuiden van het Kanaal.” Daar heb ik niets aan toe te voegen.”

www.visit1066country.com

www.poferries.com

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer