Binnenland

Nog steeds stroomt belastinggeld naar clubs betaald voetbal

Gemeenten tasten diep in de buidel om hun betaaldvoetbalclubs in de lucht te houden. Ze lappen daarmee Europese regels voor staatssteun aan hun laars.

Bert Monster

27 June 2016 21:49Gewijzigd op 16 November 2020 04:33
De Grolsch Veste in Enschede, het stadion van betaaldvoetbalclub FC Twente. beeld ANP
De Grolsch Veste in Enschede, het stadion van betaaldvoetbalclub FC Twente. beeld ANP

De feiten liegen er niet om. Vorige maand becijferden de onderzoeksjournalisten Hester den Boer en Bram Logger van Investico –platform voor onderzoeksjournalistiek– dat Nederlandse gemeenten in de afgelopen vijf jaar niet minder dan 230 miljoen euro gemeenschapsgeld in 34 van de 37 clubs in het betaald voetbal hebben gestoken.

Het geld was bestemd voor onder meer leningen (55 miljoen), garantstellingen (34 miljoen), grond- en vastgoedtransacties (81 miljoen), huurverlagingen en de aankoop van aandelen. Bedrijfsresultaten zijn afhankelijk van de sportieve prestaties van de clubs. Gemeenten lopen daarmee grote financiële risico’s.

Zo kon de gemeente Enschede vorige week opgelucht ademhalen toen de beroepscommissie van de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB) bepaalde dat FC Twente in de eredivisie mag blijven voetballen. Daarmee werd een faillissement van de club –en een financiële catastrofe voor de gemeente, die onder meer voor 32 miljoen euro garant staat– ternauwernood afgewend.

Vorig jaar werd bekend dat de club in grote financiële problemen verkeerde. Voorzitter Munsterman bleek betrokken bij diverse dubieuze financiële constructies, onder meer rondom transfers van spelers.

De KNVB dreigde de voetballicentie in te trekken en het voortbestaan van de club kwam aan een zijden draadje te hangen.

Hobby

Maarten Allers, hoogleraar economie van decentrale overheden aan de Rijksuniversiteit Groningen, vindt dat gemeenten er simpelweg nooit aan moeten beginnen om clubs in het betaalde voetbal te steunen. „Een gemeente is er voor het publieke belang. Voetbalclubs zijn op winst gerichte organisaties, met commerciële belangen. Voetbal is een hobby, meer niet.”

Clubs in het betaald voetbal hebben een sterke achterban, signaleert Allers, en daardoor tasten gemeenten keer op keer diep in de buidel. „Als bestuurder wil jij niet degene zijn die de stekker uit de club trekt. Betaaldvoetbalorganisaties weten dat en kunnen het erop aan laten komen. Besturen van voetbalclubs wijzen bij problemen vaak naar gemeenten die weigeren met geld over de brug te komen. Onzin natuurlijk, want de oorzaak van de wankele positie is financieel wanbeleid.”

Allers stelt dat het helemaal zo erg niet is als een club failliet gaat. „Dan komen er in elk geval niet nóg meer aanvragen om steun. Bovendien is het voor het voetbal sportief gezien alleen maar goed als er minder clubs zijn. In Europa staat het Nederlandse voetbal op achterstand. Clubs spelen in Europees verband niets klaar. Het is net als in de economie. Het is gezond en niet meer dan normaal als sommige bedrijven failliet gaan.”

Brieven

Iemand die zich erg boos maakt over staatssteun aan clubs in het betaalde voetbal, is Loek Jorritsma (73). De oud-ambtenaar op het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestookt de Europese Commissie al sinds 2010 met brieven om de in zijn ogen verboden staatssteun aan de kaak te stellen.

„Als de overheid clubs moet steunen zodat zij hogere salarissen voor de spelers kunnen betalen, is er fundamenteel iets mis. Het gaat ten koste van de breedtesport waarbij iedereen de kans krijgt sport op zijn of haar niveau te beoefenen. Breedtesport stimuleert het welzijn en de gezondheid. Maar als grote sommen geld terechtkomen bij clubs die er financieel een zooitje van maken, moet er iemand ingrijpen. Kamerleden blijven stil. Als oud-ambtenaar ken ik de procedures en processen en ik zie het als mijn verantwoordelijkheid misstanden aan de kaak te stellen.”

Vraag is waarom gemeenten keer op keer zo diep in de buidel tasten om ‘hun’ club van de ondergang te redden. Jorritsma: „Wethouders, raadsleden en ondernemers zitten bij een wedstrijd samen op de tribune. Er is sfeer, eensgezindheid. Er ontstaat een saamhorigheidsgevoel: „Wat is dit toch fantastisch voor onze stad. Dit mag wat kosten.” Dat is hún realiteit. Datzelfde geldt voor de supporters. Hún club moet winnen, wát het ook kost.”

Jorritsma wil niet alleen aan politici uitleggen waarom de staatssteun niet deugt, op allerlei webfora gaat hij ook discussies met supporters niet uit de weg. „Ik wil hun duidelijk maken dat steun van hun gemeente aan de club betekent dat clubs die dergelijke steun niet krijgen op achterstand staan. Oneerlijke concurrentie en competitievervalsing.”

Bovendien zijn sommige gemeenten (deels) eigenaar van het stadion van de plaatselijke club. „Ze hebben daardoor het gevoel onvermijdelijk en voor altijd gebonden te zijn. Als de club failliet gaat, blijft de gemeente met het stadion zitten.”

Overtreding

Als hulpmiddel voor het betaald voetbal om clubs volgens de Europese regels te steunen, publiceerde het ministerie van Binnenlandse Zaken in 2004 het ”Nationaal referentiekader Steun aan betaald voetbal”. Punt is dat niemand zich eraan houdt, zegt Jorritsma. „Gemeenten zoeken niet alleen de mazen van de mededingingswet op, maar overtreden die ook massaal. Een overtreding kun je pas aanpakken als iemand aangifte doet. Als verder iedereen –ook politici– het nalaat, doe ik het.”

Kamerleden verdiepen zich te weinig in de materie, meent Jorritsma. Bovendien hebben ze boter op hun hoofd, omdat sommigen van hen in directe relatie staan met wethouders van hun partij die persoonlijk groen licht gaven voor steun aan betaaldvoetbalclubs.”

Politici ontberen moed en kennis, zegt Jorritsma. „Ik ben zelf wethouder geweest in Hoorn. Stel dat mijn gemeente een club in het betaald voetbal had gehad en het bestuur was bij mij gekomen om zijn hand op te houden. Dan had ik kunnen zeggen: „Beste mensen, wat jullie mij vragen, kán niet. Er is Europese mededingingswetgeving. Ik mag u die staatssteun niet verlenen. Dan kan er gesputterd worden en kunnen honderden hooligans de deur plat lopen, maar het ”nee” staat vast. Je moet van het begin af aan duidelijk zijn. Gemeenten zijn niet helder genoeg over de consequenties van de Europese regels.”

In plaats daarvan schakelen gemeenten dure juristen in om eens naar de materie te kijken, zegt Jorritsma. „Ook zij laten geen krachtig nee horen en gaan op zoek naar de eventuele mogelijkheden. Want dát is hun broodwinning. Gemeenten krijgen een advies in de trant van: Als je het zo en zo doet, is de pakkans niet zo groot en dan zou het eventueel moeten kunnen.”

Jorritsma’s strijd tegen de in zijn ogen verkwisting van belastinggeld en competitievervalsing kende in 2013 een hoogtepunt. In dat jaar werd bekend dat de Europese Commissie op basis van zijn klachten overging tot een onderzoek naar verboden staatssteun aan Nederlandse en Spaanse clubs. De oud-ambtenaar ziet reikhalzend uit naar het uiteindelijke oordeel van de Commissie. „Op dat moment wordt volstrekt helder waarom gemeenten die voetbalclubs steunen over de schreef gaan. Dat het besluit er nog steeds niet ligt, heeft ermee te maken dat de mededingingsregels gaan over veel meer en veel grotere zaken dan sport, zoals energiebedrijven, luchthavens en internetbedrijven als Google.”

Rug recht houden

De Groningse hoogleraar Allers is het met Jorritsma eens dat de meeste bestuurders niet sterk in hun schoenen staan en zich laten gijzelen door clubs. „We hoeven helemaal niet op een beslissing van de Europese Commissie te wachten. Europa zal net zo goed geen zwartepiet willen spelen. We zijn zelf mans genoeg om dit op te lossen. Het openbaar bestuur vraagt om krachtiger burgemeesters en bestuurders. Die nee durven zeggen tegen dit soort praktijken en hun rug recht houden.”


„Gemeentekas niet voor commerciële club”

Hoe gaan ChristenUnie- en SGP-fracties in gemeenten met een betaaldvoetbalorganisatie om met steun aan de clubs? Een selectie.

In Leeuwarden wil SC Cambuur een nieuw stadion dat deel uit gaat maken een grotere multifunctionele accommodatie met onder meer winkels en een bioscoop. Kosten: 45 miljoen. De gemeente heeft duidelijk gemaakt niet te willen meebetalen.

CU-fractievoorzitter Mollema is niet tegen een faciliterende rol van de gemeente, maar verzet zich tegen rechtstreekse financiering van SC Cambuur. Gemeenschapsgeld is volgens haar niet bedoeld voor steun aan clubs in het betaalde voetbal. „Laat SC Cambuur in de commerciële omgeving geld vinden en verdienen, in plaats van in de gemeentelijke budgetten.”

De gemeente Almelo stopt geen direct geld in de plaatselijke club Heracles, maar heeft wél een lening aan de club verstrekt van 8,2 miljoen euro. De ChristenUnie heeft daarmee ingestemd, zegt fractievoorzitter Teeuw.

„De gemeente moet topsport niet met geld ondersteunen, maar wat ons betreft wel op andere manieren. Topsport is een goede stimulans voor jongeren om te gaan of te blijven sporten. Topsport en breedtesport versterken elkaar.”

De ChristenUnie in Enschede heeft ermee ingestemd dat de gemeente Enschede voor niet minder dan 32 miljoen euro garant staat voor het in financieel zwaar weer verkerende FC Twente. „FC Twente is meer dan twee keer 45 minuten voetbal”, zegt CU-fractievoorzitter Tekkelenburg. „De club doet veel op maatschappelijk vlak in de regio en ook dat is ons veel waard.”

De gemeente Utrecht kwam erachter hoe risicovol steun aan een voetbalclub kan zijn. In 2003 dreigde FC Utrecht failliet te gaan, terwijl de bouw van het nieuwe stadion nog maar halverwege was. De gemeente dacht de club op een slimme manier te helpen door een ingewikkelde leenconstructie op te tuigen. Drijvende kracht achter het plan was de toenmalige wethouder Spekman, tegenwoordig partijvoorzitter van de PvdA. Vorig jaar werd duidelijk dat de gemeente Utrecht kan fluiten naar ruim 21 miljoen euro. Geld dat de belastingbetaler moet ophoesten. „Mede omdat dit dossier al jaren oud is, met vele moeizame onderhandelingen met de club, heeft onze fractie zich erbij neergelegd dat de gemeente haar verlies moet nemen”, aldus CU-fractievoorzitter Van Ooijen. „Belangrijkste les is dat leningen aan betaaldvoetbalorganisaties zeer risicovol zijn en daarom, als het maar even kan, niet door de gemeente moeten worden verstrekt.”

De gemeente Waalwijk is eigenaar van het stadion van RKC en verhuurt dat aan de club. In 2014 boekte de gemeente 2 miljoen euro af op de waarde van het stadion en verlaagde ze de huur. Zou RKC failliet gaan, dan zit de gemeente met een onbruikbaar voetbalstadion opgescheept. De SGP-fractie wijst elke steun aan de club af, zegt fractievoorzitter Tiemstra. „Een betaaldvoetbalorganisatie is in de eerste plaats ondernemer en moet daarom de eigen broek ophouden.”


Vormen van steun aan club zijn divers

Gemeentelijke financiële steun aan een betaaldvoetbalorganisatie kent meerdere gedaanten.

Allereerst kan de lokale overheid optreden als een soort suikeroom. Aan directe en verboden subsidiëring waagt ze zich niet, maar de gemeente draagt dan bijvoorbeeld bij aan de aanleg van kunstgrasvelden, kleedkamers of lichtmasten.

Ook kan de gemeente stadions kopen en ze verhuren aan de club waarbij het huurtarief niet marktconform is en dus in het voordeel van de club.

De gemeente Arnhem redde in 2003 Vitesse van de ondergang door het stadion en de grond aan te kopen. Sinds de club in handen is van een private eigenaar uit Rusland en later Georgië, spendeert de gemeente geen cent meer aan de plaatselijke voetbalclub.

Het is bovendien mogelijk dat een lokale overheid zich voor een bepaald bedrag garant stelt bij leningen of bij de bouw van een stadion. Dat gebeurde al eens bij onder meer Fortuna Sittard, De Graafschap en RBC Roosendaal. Meest recente voorbeeld is de gemeente Enschede, die zich voor 32 miljoen euro garant stelt voor FC Twente.

Een mogelijkheid van indirecte steun is ook dat gemeenten optreden als bankier. Ze lenen geld uit aan de club. Als de plaatselijke betaaldvoetbalorganisatie de lening niet kan terugbetalen, volgt niet zelden kwijtschelding. De gemeente neemt in zo’n geval haar verlies.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer