Europese drang om te gaan handelen met Iran gevaarlijk
De Europese Unie is veel te gretig in het aanknopen van economische betrekkingen met Iran, betogen Bas Belder en Elise Abbey-van Doorn.
In het kielzog van de nucleaire deal met Iran vorig jaar zijn veel economische sancties tegen het land opgeheven. De afgelopen vier jaar bevond de Iraanse economie zich in een vrije val, maar de deal heeft alles veranderd. Naar verwachting zal de economie de komende vijf jaar jaarlijks met 4 tot 5 procent groeien. In de eerste vier maanden van 2016 nam de handel tussen de EU en Iran met 22 procent toe, hoewel die daarmee nog steeds ver onder het niveau van voor de sancties ligt.
Europese bedrijven haasten zich om handel te drijven met Iran. Alleen al vanaf Nederlandse bodem vertrokken in een halfjaar tijd onder leiding van minister Kamp twee handelsmissies naar het land. In de ogen van de minister is Iran met 80 miljoen veelal goed opgeleide en relatief jonge mensen een groeimarkt met grote economische potentie. Er is in Iran veel behoefte aan Nederlandse expertise op het gebied van onder andere infrastructuur, transport en logistiek, land- en tuinbouw en de petrochemische industrie, aldus Kamps ministerie.
Voor Iran kan het niet snel genoeg gaan. En voor Europese bedrijven en politici ook niet. Maar de Nederlandse handelsmissies hebben, op een enkele intentieverklaring na, vrijwel niets opgeleverd. Dit vanwege problemen met het betalingsverkeer. Banken zijn uiterst terughoudend om het betalingsverkeer tussen Iran en Europa te faciliteren omdat diverse Amerikaanse sancties nog steeds van kracht zijn.
Wankele basis
Dit alles is een doorn in het oog van Europarlementariërs, die daarom woensdag over de kwestie debatteerden met de Europese Commissie. Ze wilden weten wat de Commissie heeft gedaan om deze situatie bij Amerikaanse ambtenaren aan te kaarten. Verder vroegen zij de Commissie ervoor te zorgen dat Europese bedrijven in overeenstemming met het EU-beleid zaken kunnen doen zonder bang te hoeven zijn dat ze Amerikaanse sancties schenden. Alles voor de handel!
De EP-argumentatie is dat handel met Iran de economische situatie in het land verbetert. Dat komt weer ten goede aan de politieke stabiliteit en bestrijding van terrorisme in de regio, alsmede de verbetering van de mensenrechtensituatie in het land. In werkelijkheid zal deze economische vooruitgang hoofdzakelijk ten goede komen aan de Revolutionaire Garde en de top van het regime. Die kunnen daardoor doorgaan met de destabilisering van de regio, financiering van terrorisme, de bouw van een nucleair wapen en versterking van de eigen machtspositie.
De wankele basis voor deze goudkoorts is een deal die door Iran onbekommerd wordt geschonden. Een deal die voorbijgaat aan de realiteit waarin Islamitische Republiek Iran gewoon verder wandelt op haar pad richting een nucleaire bom. Experts denken dan ook dat de deal binnen vijf tot zes jaar zal klappen, wat desastreuze gevolgen zal hebben voor de investeringen die dan in het land zijn gedaan.
Europese bedrijven kunnen nu leveranciers worden van een land dat terroristen financiert en voorziet van wapens en zo het Midden-Oosten nog verder destabiliseert. Bedrijven kunnen onwetend medeverantwoordelijk worden voor misdaden begaan door dit regime. Zo heeft vliegtuigbouwer Boeing recent een grote deal gesloten voor de levering van honderd toestellen aan Iran. Maar het mag niet genegeerd worden dat Teheran deze vliegtuigen nodig heeft voor het vervoeren van wapens en militairen die worden ingezet in onder andere de Syrische burgeroorlog en de bevoorrading van Hezbollah.
Executies
Deze deal steunt een regime dat mensenrechten onophoudelijk schendt. Onder de huidige president Ruhani worden bijna twee keer zo veel executies uitgevoerd als voorheen. Ook minderjarigen krijgen de doodstraf. Openbare verminkingen, zoals amputaties van ledematen, verblindingen en stenigingen vinden plaats. Vooral moslims die zich bekeren tot het christendom lopen voortdurend gevaar. Kortom, wie het regime-Ruhani gematigd noemt, kijkt weg van de realiteit.
Iran heeft het Westen economisch meer nodig dan andersom. Echter, door goudkoorts bevangen dreigen vooral EU-lidstaten zich te laten degraderen tot een gewillig instrument van de machtsambities van het ayatollahbewind. De EU spreekt graag over stabilisering, maar deze situatie draagt alleen bij aan de destabilisering van het Midden-Oosten. Tijd om aan de noodrem te trekken. Te beginnen in het Europees Parlement.
De auteurs zijn respectievelijk lid en beleidsmedewerker internationale handel van de eurofractie CU-SGP.