„Zorgleerling krijgt slecht onderwijs”
DEN HAAG (ANP). Ongeveer de helft van de leraren heeft geen vertrouwen in het passend onderwijs voor leerlingen die extra hulp nodig hebben. Zij hebben te weinig tijd om deze leerlingen, met bijvoorbeeld ADHD, autisme of een chronische ziekte, goed te kunnen helpen. De docenten zien het passend onderwijs vooral als een verkapte bezuiniging.
Dat concludeert DUO Onderwijsonderzoek na een onderzoek onder meer dan duizend leraren in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs, twee jaar na de invoering van de maatregel. Deze wet kwam in de plaats van de leerlinggebonden financiering (het ‘rugzakje’), die volgens de onderzoekers in de praktijk te duur bleek.
Volgens het onderzoeksbureau kan ruim driekwart van de docenten minder aandacht besteden aan ‘gewone’ leerlingen, omdat er veel tijd gaat naar de scholieren die extra ondersteuning nodig hebben. Door de invoering van het passend onderwijs ervaren bijna alle leraren een hogere werkdruk.
Het ministerie van Onderwijs zegt de signalen serieus te nemen. „Het geld voor extra ondersteuning is er, het raamwerk van het passend onderwijs staat. Nu moeten we zorgen dat de extra ondersteuning ook bij die kinderen en leraren komt die het nodig hebben”, aldus een woordvoerder.
Het instromen van leerlingen met een fysieke of mentale beperking in het reguliere onderwijs, dat bekend staat onder de naam passend onderwijs, werd ingevoerd in het schooljaar 2014/2015.
Vorige week maakte de scholierenorganisatie LAKS al bekend dat een kwart van de leerlingen met een beperking vindt dat docenten daar niet genoeg rekening mee houden. Daarnaast is één op de vijf leerlingen ontevreden over de beschikbare hulpmiddelen en aanpassingen die de school aanbiedt.