18 jaar cel voor Congolees Jean-Pierre Bemba
DEN HAAG (ANP). Het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag heeft de Congolese voormalige vicepresident Jean-Pierre Bemba dinsdag veroordeeld tot achttien jaar gevangenisstraf. Hij werd in maart schuldig bevonden aan misdaden tegen de menselijkheid, omdat militieleden onder zijn bevel hebben gemoord en verkracht in de Centraal-Afrikaanse Republiek.
Het is de eerste keer dat het ICC zich richt op verkrachting als oorlogsmisdaad en de eerste keer dat iemand is veroordeeld omdat anderen onder zijn bevel misdaden pleegden.
Bemba stuurde tussen oktober 2002 en maart 2003 circa duizend strijders naar het buurland om te helpen een poging tot staatsgreep neer te slaan. Volgens zijn advocaten stonden ze in die periode niet onder direct bevel van Bemba, maar onder dat van CAR-president Ange-Félix Patassé. De ICC-rechters oordeelden echter dat hij wel degelijk de controle over zijn manschappen had en daarom strafrechtelijk verantwoordelijk is.
Bemba legde in 2003 de wapens neer en werd vicepresident onder president Joseph Kabila, van wie hij drie jaar later de presidentsverkiezingen verloor. Bemba vluchtte naar België. Daar werd hij in 2008 aangehouden, waarna hij werd overgedragen aan het ICC.
De acht jaar die Bemba sinds zijn arrestatie in hechtenis heeft doorgebracht, zullen worden afgetrokken van zijn gevangenisstraf. Maar hem hangt mogelijk nog een extra celstraf boven het hoofd wegens het omkopen van getuigen. Vier medeverdachten in deze zaak werden vorig jaar in voorlopige vrijheid gesteld. Bemba werd vastgehouden in afwachting van de uitkomst in het proces over misdaden tegen de menselijkheid.
Het strafhof heeft in de zaak veel kritiek gekregen over de traagheid van de procedures. De zaak tegen Bemba is pas de derde sinds de oprichting van het hof waarin vonnis wordt gesproken en de feiten waarover de zaak gaat zijn inmiddels veertien jaar oud.