Zeeschildpadden reizen vaak duizenden kilometers over de oceaan
Met de zomervakantie in zicht droomt menigeen alweer van exotische ervaringen: zwemmen tussen dolfijnen of met een zeeschildpad naast je. Maar pas op: juist aan de randen van zijn leefgebied, op de stranden, is deze reptielensoort het kwetsbaarst. En dat heeft alles met de aanwezigheid van mensen te maken.
Een zeeschildpad tegenkomen tijdens je vakantie is nog niet zo gemakkelijk, want ook zeeschildpadden houden van reizen. De kans dat een gemiddelde toerist in het –tropische of subtropische– vaarwater van zo’n zwemmend reptiel terechtkomt, is daarom niet zo groot. Zo peddelen deze globetrotters bij uitstek een groot deel van hun leven op volle zee of oceaan. Jaarlijks maken ze duizenden kilometers. Alleen al om van broed- naar voedselgebied te gaan en vice versa moeten er heel wat kilometers worden gezwommen. In de buurt van het strand komen ze alleen als de paaitijd is aangebroken en de aandrang om eieren in het zand te deponeren te groot wordt.
Nadat de jonkies uit de eieren zijn gekropen en vanaf het strand de zee ingaan, zijn ze zo’n tien tot twintig jaar volledig uit het zicht verdwenen. „Verloren jaren”, noemt Carol Phua, die periode van onzichtbaarheid. Phua is adviseur voor oceanen en kusten bij de Nederlandse afdeling van het Wereld Natuur Fonds in Zeist. WNF-Nederland zet zich sterk in voor de bescherming van zeeschildpadden.
Bijvangst
Zijn zeeschildpadden volwassen –zo tussen de 20 en de 25 jaar– dan gaat het weer richting de kust om daar te paren en te paaien. Met tussenpozen van twee tot acht jaar vertrekken ook volwassen zeeschildpadden weer richting de horizon, om op volle zee, ver weg van de door mensen bewoonde wereld, naar voedsel te zoeken.
In al die fasen van hun levenscyclus zijn zeeschildpadden kwetsbaar en worden ze bedreigd door predatoren als zeemeeuwen en haaien. Maar vooral door de mens.
Volgens Phua verdwijnen heel wat zeeschildpadden als bijvangst in de netten van vissers. Of ze gaan op een gruwelijke manier dood nadat ze een vishaak hebben ingeslikt. De schatting is dat jaarlijks tussen de 200.000 en de 300.000 zeeschildpadden op die manier het leven laten.
Illegale handel
En dan is er de illegale handel waarbij doelgericht op deze dieren wordt gevist – vooral Chinese vissers zijn daar actief in. Phua: „Een enkele schildpad levert algauw 3000 euro op. Het vlees is in sommige landen gewild, en dat geldt zeker ook voor de eieren. De schilden van geslachte dieren komen als souvenirs in winkeltjes en kraampjes te hangen.”
Overigens is het rapen van zeeschildpadeieren niet iets van de laatste tijd. In tal van landen –waaronder Mexico, Costa Rica, Suriname, Maleisië en India– trekt de lokale bevolking er jaarlijks op uit om de eieren op het strand uit te graven en mee te nemen. De voedingswaarde van zeeschildpadeieren wordt hoger ingeschat dan die van bijvoorbeeld kippen.
Arribada’s
Spectaculair zijn de zogeheten arribada’s, het jaarlijks paaien van de waranazeeschildpadden op de stranden van Costa Rica, in Midden-Amerika. Duizenden dieren leggen daar met tussenpozen van enkele uren vele tienduizenden eieren, en dat gedurende zo’n tien dagen achtereen. Al gauw stapelen de eieren zich op en worden de onderste lagen geplet door het gewicht van de massa erboven.
Even spectaculair is het eier rapen door de Costa Ricaanse bevolking, die ieder jaar massaal uitloopt om zich te bevoorraden met waranagebroed. Overigens zijn waranazeeschildpadden geen bedreigde soort, maar wel kwetsbaar.
Ook elders in de wereld veranderen stranden jaarlijks in omgewoelde kraamkamers van zeeschildpadden, zoals in Maleisië, India en Mexico. Het rapen van de eieren is in deze landen echter verboden – Costa Rica is nog niet zover.
Er is nóg een reden waarom kustlijnen onveilig zijn geworden voor zeeschildpadden: klimaatverandering. Phua: „Door stijging van de zeespiegel worden de stranden smaller en vinden de schildpadden steeds moeilijker een geschikte plek om te paaien. Een onverwacht effect van de opwarming van de aarde is dat de verhouding tussen het aantal mannetjes en vrouwtjes wordt verstoord. Onderzoekers hebben ontdekt dat in warmer zand (boven de 32 graden) vooral vrouwtjes uit de eieren komen. Koeler zand (maximaal 29 graden) levert meer mannetjesschildpadden op.”
Vervuiling
Is het aan de randen van hun leefgebied niet pluis, op volle zee is het dat evenmin. De visserij kwam al aan de orde, maar ook vervuiling van zeeën en oceanen is een kwalijke factor. Regelmatig worden ze aangetroffen: dieren die plastic materiaal hebben binnengekregen of verstrikt zijn geraakt in stukken visnet of touw.
De internationale natuurbeschermingsorganisatie IUCN houdt een Rode Lijst bij van bedreigde en kwetsbare diersoorten. Daarop staan vier van de in totaal zeven zeeschildpaddensoorten genoteerd.
Reden genoeg voor het WNF om zich in te zetten voor de bescherming van deze zeedieren. Dat gebeurt onder meer door het in kaart brengen van de belangrijkste paai- en voedselgebieden en vervolgens bij overheden te pleiten voor (betere) bescherming ervan. Verder worden dieren voorzien van zendertjes of labels, zodat ze op hun lange trekroutes kunnen worden gevolgd. Labels (”tags”) aangebracht in een van de flippers van het dier zijn nuttig om zicht te krijgen op de af- of toename van een soort in een bepaald gebied. WNF-Nederland is in de persoon van Ludo Nijsten betrokken bij zo’n project in het Great Barrier Reef langs de oostkust van Australië, een belangrijk zeeschildpaddengebied.
TED-netten
WNF is ook actief onder professionele vissers. Met de TED bijvoorbeeld: de Turtle Excluder Device, een visnet waarin een luikje is gemaakt waardoor een zeeschildpad kan ontsnappen als die in zo’n net terecht is gekomen. Omdat zeeschildpadden met hun longen ademhalen en dus op tijd boven water moeten komen, zijn TED’s van grote waarde, vooral in de garnalenvisserij, waar veel schildpadden als bijvangst omkomen. Carol Phua: „De Verenigde Staten hebben de import van garnalen al gekoppeld aan deze zeeschildpadvriendelijke vangstmethode; de Europese Unie nog niet, terwijl de EU toch veel garnalen uit landen als China, Thailand en Indonesië importeert, landen waar veel zeeschildpadden voorkomen.” De WNF-medewerkster zou graag zien dat de Nederlandse regering Brussel wijst op het goede voorbeeld van de VS, zodat ook de EU dit TED-net verplicht stelt bij de vangst van garnalen voor de Europese markt.
En dan zijn er nog de vishaken. „Vissers moeten aan hun lijnen de voor zeeschildpadden dodelijke J-haak inwisselen voor een relatief ongevaarlijke cirkelhaak”, stelt Phua. Die haak wordt volgens haar minder gemakkelijk ingeslikt, en dat scheelt algauw weer een zeeschildpaddenleven.