Wiebes volgt rond eenverdiener het voorbeeld van Weekers
Het duurt altijd even voor politici vanuit het ministerie van Financiën een antwoord krijgen op fundamentele Kamervragen over de ‘fiscale discriminatie’ van eenverdieners.
Ook dit keer gingen er twee maanden overheen alvorens staatssecretaris Wiebes van Financiën deze week met behulp van zijn ambtenaren een antwoord wist te formuleren op vragen over de fiscale benadeling van eenverdienersgezinnen. Meer specifiek wilden de SP-Kamerleden Siderius en Bashir weten of het niet de hoogste tijd is om eenverdieners met een zieke of gehandicapte partner uit te sluiten van het regeringsbeleid om met fiscale prikkels een hogere arbeidsparticipatie en daardoor economische zelfstandigheid en dus emancipatie af te dwingen. Een eenverdienersgezin waarin een van de partners door ziekte of handicap arbeidsongeschikt is, kán immers nooit een tweeverdienersgezin worden, hoe diep je die fiscale prikkels ook het vlees in boort. Zelfs voor politici die de arbeidsparticipatie- en emancipatiegedachte van het kabinet delen, zou duidelijk moeten zijn dat déze gezinnen fiscaal afstraffen, toch nooit de bedoeling kan zijn.
Deze week bleek dat het kabinet desondanks niet van zins is voor deze eenverdieners een uitzondering te maken, zoals eerder niet-verdienende partners die geboren zijn voor 1 januari 1963 wel werden vrijgesteld van de afbouw van de algemene heffingskorting.
In de Hoofdlijnenbrief uit 2011 over het emancipatiebeleid van de regering staat als kabinetsvisie geformuleerd, dat „Nederland van een anderhalf- naar een tweeverdienersamenleving moet overstappen.” Let op het woordje ”moet”. De ideologie lijkt het kabinet zodanig te verblinden dat het geen oog meer heeft voor de uitwassen van zijn beleid. Sterker, ondanks waarschuwingen van het Nibud en de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, dat modaal verdienende eenverdieners echt een kwetsbare groep aan het worden zijn, voerde het kabinet het verschil in belastingdruk tussen een- en tweeverdieners dit jaar –met steun van het CDA– nog verder op.
Volgens Wiebes’ eigen berekeningen betalen tweeverdieners die samen (ieder de helft) 39.840 verdienen, opgeteld 1852 euro belasting, terwijl een eenverdiener met 39.840 euro salaris daarover 10.131 euro bij de fiscus mag aftikken: 5,5 keer zo veel!
Dat is op zich al ernstig. Nóg erger wordt het als Wiebes dit in diezelfde brief probeert te verbloemen door te betogen dat het oneerlijk is om deze huishoudens met elkaar te vergelijken. Het is volgens hem „goed te verdedigen” om huishoudens te vergelijken waarbij niet het gezinsinkomen, maar het individuele inkomen gelijk is. Een eenverdiener met een inkomen van 40.000 euro kan, aldus Wiebes, „beter worden vergeleken” met een tweeverdienershuishouden dat 80.000 euro verdient. Het is volgens Wiebes dus „zuiverder” om een gezin waar maandelijks 2500 euro binnenkomt, te vergelijken met een gezin dat 4.100 euro binnenharkt.
Het doet denken aan hoe Wiebes’ voorganger Weekers in 2009 het verschil in inkomstenbelasting voor een modaal een- en tweeverdienersgezin –toen nog ‘slechts’ een factor twee– in de beantwoording van SGP-Kamervragen doelbewust uitdrukte als percentage van het eenverdienersinkomen, waardoor het verschil stukken kleiner leek dan het was. Ter vergelijking: toegepast op de huidige situatie waarin een modale eenverdiener tot 5,5 keer zo veel belasting betaalt, zou dankzij dit trucje van Weekers ‘slechts’ een verschil van 20 procent resteren. En dat valt op het oog natuurlijk reuze mee!
Bij Financiën hebben ze mensen in dienst die de ‘kunst’ van enige zinsbegoocheling wel verstaan. Ze bedachten er eerder al de truc om de belastingtarieven op het oog te verlagen (van 42 naar 40,4 procent), terwijl –doordat de heffingskortingen stapsgewijs worden afgebouwd– het échte belastingpercentage juist stijgt. Briljant! Bijna niemand lijkt het in de gaten te hebben…
Ook nu lijken de voorbije weken door Wiebes’ ambtenaren vooral te zijn benut om mist te creëren. Dat een staatssecretaris die eind vorig jaar in de Kamer nog stelde dat de belastingdruk voor eenverdieners „schuurt”, onder deze lachwekkende antwoorden zijn naam en handtekening zet, is echter om te huilen.