Duivelse list
Efeze 6:11
„Doet aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt staan tegen de listige omleidingen des duivels.”
Een van satans gemene streken is om eerst de gelovigen het hoofd vol te blazen met een massa verschillende gruwelijke en afgrijselijke gedachten en hen direct daarna daarvan te beschuldigen en bang te maken. Dit zal de Heere nooit tegen ons in rekening brengen. Het wekt weliswaar Zijn toorn tegen de duivel op, maar niet over ons, die in dit opzicht moeten lijden en als het ware met vuisten geslagen worden.
Moeder wordt niet boos op haar kind, dat ze in haar armen draagt, omdat het gewond raakt door rakkers die stenen gooien. Ze heeft veeleer medelijden met haar kind. Maar: terwijl zij haar kind beschermt, wordt ze boos op die kwajongens.
Evenmin is de Heere boos op Zijn kinderen, omdat hun vijanden vurige pijlen op hen afschieten en hen verwonden. Hij is op satan vertoornd, omdat deze Zijn kinderen zo lastig valt. „Niemand legge op hem de oorzaak van die lasterlijke woorden. Want de Heere, Die een kenner van het hart is, weet dat deze woorden niet van ons afkomstig zijn, maar van onze vijanden”, zegt een zekere Johannes Climacus.
Simon Oomius,
predikant te Purmerland
(”Satans vuistslagen”, 1663)