„Jouw leven kan weer oké worden”
Jongeren stellen zichzelf veelvuldig de vraag: „Wat denken de anderen over mij?” De vraag: „Hoe denkt God over mij?” is echter veel belangrijker.
„Als jongere denk je bij ”gerechtigheid” vaak in termen van vergelding, zei ds. B. J. D. van Vreeswijk maandag op de jongerenontmoetingsdag van de HGJB in Schoonhoven. „Maar vanmiddag zou ik jullie de vraag willen stellen: Hoe denkt God over gerechtigheid?”
Op drie plaatsen (Ede, Watergang en Schoonhoven) hield de Hervormd-Gereformeerde Jeugdbond (HGJB) maandag een jongerenontmoetingsdag met het thema ”Eindelijk gerechtigheid!?” De oude Bartholoméüskerk in Schoonhoven zat vol met jongeren. Bij wijze van introductie werden videobeelden getoond met flarden uit het wereldnieuws: de arrestatie van Saddam Hussein, door Dutroux misbruikte meisjes, Palestijnen en Israëliërs, Sharon en Arafat.
Ds. Van Vreeswijk, hervormd predikant in Reeuwijk, sloot in zijn toespraak bij deze beelden aan. Als je dit ziet, zo hield hij de jongeren voor, lijkt één conclusie gewettigd: Een waanzinnige wereld zonder één greintje gerechtigheid.
Vervolgens nodigde hij de jongeren uit hun mening te geven over een aantal kwesties. Het omhoogsteken van de voorkant van het programmaboekje betekende: tegen. De oranje achterkant: voor. Vraag: „Saddam Hussein achter de tralies! Is dat gerechtigheid?” Unaniem stemden de jongeren: vóór! Volgende vraag: „Moeten we, omwille van de gerechtigheid, allemaal ten minste 10 procent van onze studietegemoetkoming geven om de armoede te bestrijden?” Dat leverde beduidend minder voorstemmers op. „Zie je wel”, zei ds. Van Vreeswijk, „over Saddam Hussein zijn we duidelijk, maar als het dichterbij komt, wordt het moeilijker.”
In zijn referaat over ”Eindelijk gerechtigheid!?” nam de predikant Romeinen 5:1 en 2 als uitgangspunt. „In dit bijbelgedeelte lezen we hoe God over ons denkt. Hij zegt: Jouw leven is niet oké, maar kan het weer worden. Maar God vergeldt geen kwaad voor kwaad. God neemt de zonde heel serieus, maar Hij wil de zonde niet aan jou vergelden. Hij vergeldt die aan Zijn Zoon. Zeg nu tegen God: Mijn leven is niet in orde, kijk naar mij in Jezus Christus. Dan is het oké, dan is er eindelijk gerechtigheid.”
Maar hiermee eindigt het niet, aldus ds. Van Vreeswijk. „Er moet ook gerechtigheid in de wereld komen. God wil dat je die gerechtigheid uitdraagt in je omgeving. Laat je leven lijken op dat van Jezus. Toon je naaste dat er vergeving is. Het kan lijken dat gerechtigheid nooit zichtbaar wordt. Blijf dan het voorbeeld van Jezus volgen.” De predikant verwees jongeren die wilden weten hoe de verzoening ervaren wordt, naar de workshop van ds. H. G. de Graaf over „de toe-eigening van het heil.”
Na zijn toespraak waaierden de aanwezigen uit naar locaties in de stad voor de diverse keuzeprogramma’s: een scala aan workshops, muziek, film en drama. Voormalig Koers-redacteur Paul Meinders leidde het debat over sociale gerechtigheid. In het forum zaten mevrouw drs. Ine Voorham, luitenant-kolonel van het Leger des Heils, Arie Slob, kamerlid namens de ChristenUnie, en Sjaak Teeuwissen, jeugdwerker in Amsterdam namens de Protestantse Gemeente Amsterdam (SoW).
Meinders nodigde de deelnemers uit te reageren op zijn stelling dat sociale gerechtigheid in hervormd-gereformeerde kring vaak het „ondergeschoven kindje” is. Arie Slob erkende dat christenen in zijn stad, Zwolle, veel bezig zijn met interne kerkelijke zaken, maar opvallend minder betrokken bij de sociale ellende in de binnenstad. Ine Voorham zei dat een glimlach en een bemoedigende knik naar iemand meer doen dan het geven van geld. Het feit dat God haar aanvaardde, was voor haar de motivatie ieder ander te verzekeren: „Jij doet ertoe.” Sjaak Teeuwissen wees op de rol van vrijwilligers naast de professionals.
In een tent op een parkeerplaats trad de musicalgroep Mathara op. Door middel van woord, zang en toneel werd de lijdensgeschiedenis uitgebeeld.
Het kerkgebouw De Hoeksteen was gevuld met jongeren. Hier zong gospelzanger Gerald Troost zijn liederen. De songs werden ingeleid met een persoonlijk getuigenis. De dood van zijn vijfjarige broertje deed bij Troost vragen oprijzen aangaande Gods gerechtigheid. Later dichtte hij een lied met het refrein „Jij bent thuis/ je hebt een plekje in de hemel/ jij weet: God zorgt voor jou en ik zie je gauw/ want we gaan naar huis.”