Sinds 1982 publiceert de Canadese Bond voor Mensenrechten (The League for Human Rights of B’nai Brith Canada) jaarlijks een overzicht van antisemitische incidenten. Volgens de ”audit” over 2003 blijkt dat in Canada de „vooroordelen gebaseerd op traditionele antisemitische stereotypen” weer aan de oppervlakte komen.

Het antisemitisme, zo melden de auteurs, wordt van buitenaf geïmporteerd in het land - soms in de vorm van anti-Israël-propaganda; vaker nog openlijk via internet, of als haatteksten in vreemde talen.

Er zijn aanwijzingen dat er sprake is van een kruisbestuiving tussen de perifere elementen in de radicaal-rechtse en radicaal-linkse hoek van de Canadese samenleving. Van elkaar nemen ze beelden en retoriek over. Verder worden ze gevoed door het antisemitische front in de Arabische wereld.

De grootste dreiging is volgens het rapport het feit dat de veiligheid van de Joodse gemeenschap niet langer wordt geschonden door neonazi’s, zoals in het verleden, maar door de radicale elementen van internationale terroristische groepen.

Het rapport wordt gepubliceerd in een periode dat Canada opnieuw te maken heeft met antisemitische incidenten. Onlangs werd Toronto geconfronteerd met twee opeenvolgende weekwisselingen van anti-Joods vandalisme. „Vandalisme is van een andere aard dan fysiek geweld, maar er gaat een tastbare dreiging uit van de sinistere graffitileuzen met hakenkruisen op de portieren van auto’s van dertien Joodse eigenaars”, aldus het rapport.