Dat verklaarde Enron-manager Sherron Watkins gisteren tegenover de commissie energie en handel van het Huis van Afgevaardigden in Washington. Watkins zei dat het „onmogelijk” is dat ex-topman Jeffrey Skilling niets van deze manipulaties heeft geweten. „Jeffrey Skilling was vergaand betrokken bij de manipulaties zoals die waren uitgedacht, opgezet en uitgevoerd door (toenmalig) financieel directeur Andrew Fastow”, aldus Watkins.

Skilling verklaarde vorige week onder ede tegenover een senaatscommissie dat hij van niets had geweten en dat Enron financieel een „gezond bedrijf” was toen hij daar in augustus opstapte. Er was vrijwel niemand die geloof hechtte aan die verklaring.

Watkins trok vorig jaar zomer aan de bel, toen zij achter de twijfelachtige praktijken kwam. Dat gebeurde toen zij was overgeplaatst naar een afdeling en onder Fastow kwam te werken. Zij constateerde daar dat Enron verschillende activiteiten wilde verkopen die onder de onafhankelijke afdeling ”Raptor” vielen. Raptor was Enron geld schuldig voor de programma’s die het van de hand wilde doen. Die schuld was formeel gedekt door Enron-aandelen, maar doordat die aandelen belangrijk in waarde achteruit waren gegaan, was de dekking van die schuld uitgehold.

Watkins vermoedde dat er via deze manipulatie ernstige schulden van Enron gecamoufleerd werden. Op 15 augustus schreef zij over deze kwestie een memo aan Enron-topman Kenneth Lay. Verschillende afgevaardigden vroegen haar waarom zij zich niet tot haar directe baas Andrew Fastow wendde of tot Jeffrey Skilling. „Omdat er onder die beide heren een klimaat van agressieve intimidatie heerste; ik was gewoon bang voor mijn baan”, aldus Watkins.

Lay ontving haar een week nadat zij het memo had geschreven. „Hij schrok van mijn waarschuwing, maar ik had de indruk dat hij niet precies de reikwijdte van de financiële manipulaties overzag”, aldus Watkins.

Skilling stapte vorig jaar onverwacht zelf op bij Enron „om persoonlijke redenen.” Fastow werd ontslagen. De laatste is vorige week wel verschenen voor een senaatscommissie, maar maakte daar gebruik van zijn zwijgrecht om zichzelf niet te belasten. De Securities and Exchange Commission (SEC, de Amerikaanse beurswaakhond) begon in oktober een onderzoek bij Enron. Dat leidde in november tot de bevestiging van Watkins’ vrees, namelijk de negatieve correctie van 586 miljoen dollar (671 miljoen euro) aan winst over de daaraan voorafgaande vier jaar. Die mededeling vormde het begin van een duikvlucht van Enrons aandeel, waarop het bedrijf begin december uitstel van betaling aanvroeg. De zaak vormt het grootste faillissement in de geschiedenis van het Amerikaanse bedrijfsleven.