Nederlanders het minst chauvinistisch
Nederlanders zijn van alle Europeanen het minst chauvinistisch, op de voet gevolgd door Duitsers. Kritiekloze vaderlandsliefde komt het meest voor in de Oost-Europese landen en vooral in Bulgarije. In die landen bestaan ook de meeste bezwaren tegen immigranten en politieke vluchtelingen.
Dat blijkt uit een onderzoek van de socioloog M. Coenders, waarop hij vandaag aan de Katholieke Universiteit in Nijmegen promoveerde. Coenders vergeleek voor zijn onderzoek sociaal-psychologische gegevens uit 22 landen. Behalve de Europese landen onderzocht Coenders ook gegevens uit de Verenigde Staten, Canada, Australië, Nieuw-Zeeland en Japan.
Nederland en Duitsland zijn volgens de promovendus de enige landen waar de bevolking geen duidelijke superioriteitsgevoelens of onvoorwaardelijke vaderlandstrouw koestert. In alle onderzochte landen vinden de meeste mensen wel dat er te veel immigranten zijn. Politieke vluchtelingen zijn daarentegen, behalve in Oost-Europa, welkom.
Coenders maakt onderscheid tussen chauvinisme –de zienswijze dat de eigen nationale groep en het eigen land uniek en superieur zijn– en patriottisme, vaderlandsliefde die gepaard gaat met een voorwaardelijke en kritische houding. Amerikanen hebben de sterkste patriottische gevoelens. Volgens de promovendus is patriottisme gekoppeld aan de economische prestaties en de internationale politieke invloed van een land, terwijl chauvinisme juist veel voorkomt in landen die weinig internationaal prestige hebben.
Coenders vond dat chauvinisme en uitsluiting van andere groepen bloeit onder kleine zelfstandigen, handarbeiders, gepensioneerden, mensen die lid zijn van een kerk en huisvrouwen en -mannen.